Octrooi voor verpakking beschuit met uitsparing inventief

28-07-2016 Print this page
IEPT20160727, Rb Den Haag, Haust v Tempels
(Met dank aan Paul Reeskamp en Marijn van der Wal, DLA Piper Nederland)

Octrooi voor “baksel en verpakking” inventief. Eerste inventiviteitsaanval faalt: vakman zou niet US 727 raadplegen, dat ziet op gefrituurde snacks met uitsparing die niet zonder aanpassing geschikt is voor beschuit en geopenbaarde verpakking minder strak dan verpakking uit octrooi. Ook als vakman wel US 727 zou toepassen komt vakman niet tot uitvinding uit US 727. Tweede inventiviteitsaanval faalt: onderkent en overbrugt slechts één verschilmaatregel, terwijl er meer zijn. Derde inventiviteitsaanval faalt: niet gesteld of gebleken dat strakke verpakking voor reeds bestaande baksels D1 t/m D4 gebruikelijk was en niet vermeld dat uitsparing aan de zijkant van D1 t/m D4 voor uitneembaarheid met een vinger zorgt.

 

OCTROOIRECHT

 

Tempels is houder van Nederlands octrooi 1012379 voor een “baksel en verpakking”. Bij aktes van 30 september 2002 en 16 januari 2013 heeft Tempels gedeeltelijk afstand gedaan van zijn recht en zijn de conclusies en beschrijving gewijzigd. Haust vordert dat de rechtbank het octrooi zal vernietigen wegens gebrek aan inventiviteit. De vorderingen worden afgewezen.

 

Haust heeft drie inventiviteitsaanvallen gedaan. De eerste aanval gaat uit van bestaande (vóór de indieningsdatum van het octrooi beschikbare) beschuiten met strakke folieverpakking als meest nabije stand van de techniek. Hierbij zou de vakman voor oplossing van de slechte uitneembaarheid van beschuiten te raden gaan bij US 727 volgens Haust. De vakman zou volgens de rechtbank niet US 727 raadplegen, waardoor de eerste inventiviteitsaanval faalt. Tempels heeft er terecht op gewezen dat US 727 in de hoofdzaak de nutrientensamenstelling van deeg van gefrituurde snacks betreft en slechts in de marge spreekt over het uitnemen van de snacks. Daarnaast ziet US 727 niet op platte baksels als beschuiten, die een wezenlijk andere bereidingswijze hebben dan het in hete olie frituren van uitgestanste rondjes chipsdeeg, zoals US 727 beschrijft. Ook lijkt de uitsparing volgens US 727 niet zonder aanpassing geschikt voor een beschuit, gezien haar omvang. Daarnaast verschilt de in US 727 geopenbaarde verpakking wezenlijk van de gangbare beschuitverpakking, omdat deze minder strak zal zijn, gezien het feit dat de chips anders breken bij het uitnemen.

 

Ten overvloede overweegt de rechtbank dat als de vakman toch US 727 zou toepassen, hij het uitneemprobleem (volledig) oplost door de uitsparing in het midden van het beschuit te plaatsen en hij dus (ook) niet tot de uitvinding van conclusie 1 komt. Haust heeft onvoldoende onderbouwd dat de vakman dan het ‘smeerprobleem’ zou onderkennen en het gat naar de rand van het beschuit zou verplaatsen. Ook het advies van NL Octrooicentrum is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende toegelicht op dit punt.

 

De tweede inventiviteitsaanval houdt in dat US 727 als meest nabije stand van de techniek wordt aangemerkt. Haust onderkent één verschilmaatregel, namelijk dat de uitsparing zich aan de rand van het baksel bevindt. De rechtbank identificeert echter meer verschilmaatregelen, zoals dat de baksels volgens het octrooi van Tempels in een oven worden gebakken, hetgeen wezenlijk anders is dan frituren van deeg in hete olie. De rechtbank verwijst ook naar wat zij over de eerste inventiviteitsaanval heeft overwogen. Nu de inventiviteitsaanval van Haust slechts is gericht op het overbruggen van één verschilmaatregel, terwijl iedere onderbouwing met betrekking tot de andere verschillen ontbreekt, faalt de tweede inventiviteitsaanval.

 

De derde inventiviteitsaanval gaat uit van reeds lang bestaande baksels die een randuitsparing hebben (D1 t/m 4). Haust stelt dat wanneer deze baksels in gangbare verpakkingen uit de stand van de techniek zouden worden verpakt, de geclaimde materie ontstaat (zoals geïllustreerd door D5). Tempels betwist niet dat de combinatie van de strakke verpakkingen met deze baksels leidt tot de materie van conclusie 1, maar wel dat de vakman die combinatie zou maken, omdat dit het uitneembaarheidsprobleem zou vergroten. Haust heeft dit niet bestreden en niet aangegeven dat de combinatie van de genoemde baksels en verpakking ooit gemaakt is, laat staan dat de vakman die combinatie zou maken. Dat een octrooi van latere datum niet kan verhinderen dat reeds lang bekende baksels niet langer verpakt mogen worden op een manier die voor de indieningsdatum gebruikelijk was, moge volgens de rechtbank zo zijn, maar Haust heeft niet gesteld en het is niet gebleken dat de genoemde strakke verpakking voor enige van de baksels van D1 t/m 4 gebruikelijk was. Ook is bij geen van de baksels van D1 t/m 4 vermeld dat de uitsparing dient om uitneembaarheid met een vinger te bewerkstelligen. De rechtbank oordeelt dat conclusie 1 inventief is en dat hierdoor de bezwaren tegen de afhankelijke conclusies 2 t/m 5 en de onafhankelijke conclusies geen doel treffen.


IEPT20160727, Rb Den Haag, Haust v Tempels
 

(ECLI-versie)