Forfaitaire kostenveroordeling van significant en passende deel van redelijke kosten van in gelijk gestelde partij toegestaan

28-07-2016 Print this page
IEPT20160728, HvJEU, United Video Properties v Telenet

Nationale regeling waarin rechter bij proceskostenveroordeling rekening kan houden met specifieke kenmerken van de zaak en waarin systeem van forfaitaire tarieven geldt toegestaan, indien kosten die verliezende partij moet dragen redelijk zijn. Regeling moet waarborgen dat minstens een significant en passend deel van redelijke kosten van in gelijk gestelde partij door verliezende partij worden gedragen. Regeling waarbij kosten technisch raadgever slechts bij fout verliezende partij worden vergoed niet toegestaan, voor zover die kosten rechtstreeks en nauw verbonden zijn met IE-rechtelijke vordering.

 

PROCESRECHT

 

In dit geding zijn prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 14 Handhavingsrichtlijn in het kader van de proceskosten die United Video Properties aan Telenet moet betalen na haar afstand van een vordering inzake octrooien die zij tegen Telenet had ingesteld. Volgens de betrokken Belgische regeling kan Telenet voor de proceskosten van haar advocaten slechts een maximumvergoeding vorderen van € 11.000 per aanleg. Met betrekking tot proceskosten van een octrooigemachtigde kan slechts aanspraak op een proceskostenvergoeding worden gemaakt indien Telenet kan aantonen dat United Video Properties een fout heeft gemaakt bij het instellen of voortzetten van de procedure en de kosten van de octrooigemachtigde hiervan een gevolg zijn. Telenet stelt dat haar kosten veel hoger zijn dan € 11.000 en dat de Belgische wettelijke regeling in strijd is met artikel 14 Handhavingsrichtlijn. De verwijzende rechter heeft daarom een aantal vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU, die het Hof als volgt beantwoordt:

 

1) Artikel 14 van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan de verliezende partij in de proceskosten van de in het gelijk gestelde partij wordt verwezen, die de rechter die deze verwijzing in de kosten moet uitspreken de mogelijkheid biedt om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de bij hem aanhangige zaak en die een systeem van forfaitaire tarieven behelst voor vergoeding van de kosten voor de bijstand van een advocaat, mits die tarieven waarborgen dat de kosten die de verliezende partij moet dragen, redelijk zijn, hetgeen aan de verwijzende rechter staat om na te gaan. Artikel 14 van deze richtlijn verzet zich echter tegen een nationale regeling met forfaitaire tarieven die, wegens te lage maximumbedragen, niet waarborgen dat minstens een significant en passend deel van de redelijke kosten van de in het gelijk gestelde partij door de verliezende partij wordt gedragen.

 

2) Artikel 14 van richtlijn 2004/48 moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen nationale voorschriften op grond waarvan de kosten van een technisch raadgever slechts worden vergoed in geval van een fout van de verliezende partij, voor zover die kosten rechtstreeks en nauw verbonden zijn met een vordering in rechte die ertoe strekt de eerbiediging van een intellectuele-eigendomsrecht te waarborgen.


IEPT20160728, HvJEU, United Video Properties v Telenet
 

(curia-versie)