Tussenkomst van Federatie Focwa in hoofdzaak over inbreuk handelsnaamrecht, merkenrecht en auteursrecht toegestaan: voldoende duidelijk wat de Federatie met tussenkomst wil bewerkstelligen en voldoende samenhang met hoofdzaak. Geen belang bij voeging naast tussenkomst: anders dan de Federatie meent kan een partij na voeging geen gronden aanvoeren die door de partij waarbij gevoegd wordt niet konden worden ingeroepen.
PROCESRECHT
Vonnis in incident. Stichting Focwa exploiteert sinds 1985 onder de handelsnaam Stichting Focwa Garantiefonds een garantieregeling voor autoherstelbedrijven. De stichting Focwa is houder van het Benelux woord-/beeldmerk FOCWA GARANTIEBEDRIJF. Stichting Focwa was tot 2014 nauw verbonden met de Federatie Focwa, waartoe Focwa Schadeherstel behoort. De relatie is in december 2014 verstoord geraakt. Schadeherstel Focwa is hierna een schadeherstelgarantiefonds gestart, onder de naam FOCWA AUTOMOTIVE GARANTIEFONDS. In de hoofdzaak vordert Stichting Focwa een verklaring voor recht dat Schadeherstel c.s. met het gebruik van de aanduiding FOCWA inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Stichting Focwa. In reconventie vordert Schadeherstel onder meer een verklaring voor recht dat Stichting Focwa misbruik maakt van haar bevoegdheid door met een beroep op haar intellectuele eigendomsrechten Schadeherstel Focwa te verhinderen een nieuwe garantieregeling aan te bieden met de naam FOCWA. De Federatie Focwa heeft als centrale organisatie handelsnaamrechten op de naam FOCWA die teruggaan tot 1936.
De Federatie Focwa vordert in dit incident tussenkomst in de hoofdzaak alsmede voeging aan de zijde van Schadeherstel Focwa.
De rechtbank oordeelt dat de gevorderde tussenkomst is gerechtvaardigd. Federatie Focwa heeft voldoende duidelijk uiteengezet dat zij met een beroep op haar intellectuele eigendomsrechten de Stichting Focwa wenst te verbieden nog verder gebruik te maken van de aanduiding FOCWA. Dat de Federatie Focwa nog geen concrete vordering heeft beschreven voor het gebruiksverbod staat de toewijzing van tussenkomst niet in de weg. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vordering van de Federatie voldoende samenhang met de hoofdzaak. Met de vordering beoogt de Federatie dat de Stichting zich met succes kan beroepen op de intellectuele eigendomsrechten die zij volgens de Federatie alleen met toestemming van de Federatie mocht gebruiken.
Federatie Focwa heeft naar het oordeel van de rechtbank echter geen belang bij voeging naast de tussenkomst. Niet valt in te zien dat de door de Federatie gestelde statutaire verplichting tot behartiging van de belangen van Schadeherstel meebrengt dat de federatie zich zou moeten voegen naast de mogelijkheid die de te wijzen tussenkomst haar biedt om de belangen van Schadeherstel te behartigen.
IEPT20160817, Rb Den Haag, Stichting Focwa v Schadeherstel
