Verkoop computer met voorgeïnstalleerde software als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk

19-09-2016 Print this page
IEPT20160907, HvJEU, Deroo-Blanquart v Sony

Verkoop computer met voorgeïnstalleerde software zonder mogelijkheid deze zonder software te kopen als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk, tenzij dergelijke praktijk in strijd zou zijn met vereisten van professionele toewijding en economisch gedrag gemiddelde consument m.b.t. dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren, hetgeen nationale rechter moet beoordelen. Ontbreken van prijsaanduiding voor voorgeïnstalleerde software bij gezamenlijk aanbod (computer + software) is geen misleidende handelspraktijk.

 

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN

 

Prejudiciële vragen van de cour de cassation inzake de gezamenlijke verkoop van een Sony Vaio laptop met voorgeïnstalleerde software. De verwijzende rechter wil kort gezegd vernemen of dit een oneerlijke handelspraktijk betreft. Ook wordt afgevraagd of het ontbreken van een prijsaanduiding voor alle voorgeïnstalleerde software bij een gezamenlijk aanbod van een computer met voorgeïnstalleerde software een misleidende handelspraktijk betreft. Het Hof van Justitie EU beantwoordt de vragen als volgt:

 

“1) Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), tenzij een dergelijke praktijk in strijd zou zijn met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren, wat aan de nationale rechter toekomt om te beoordelen rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van het hoofdgeding.

 

2) In het kader van een gezamenlijk aanbod bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, vormt het ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma’s geen misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 4, onder a), en artikel 7 van richtlijn 2005/29.”

 

IEPT20160907, HvJEU, Deroo-Blanquart v Sony

 

(curia-versie)