Eiser rechthebbende op naburige rechten fonogrammenproducent Tee Set oeuvre
27-09-2016 Print this page
[Eiser] rechthebbende op naburige rechten fonogrammenproducent Tee Set oeuvre: bepaald in een in gezag van gewijsde gegaan vonnis uit 1998 dat rechten aan [de manager] en [bandlid1] toekwamen en later overgedragen aan [eiser]. [eiser] geen auteursrechthebbende van Tee Set oeuvre: onvoldoende onderbouwd dat [bandlid1] maker was van alle composities en teksten. Vergoeding voor exploitatie “Ma belle amie” onvoldoende onderbouwd.
AUTEURSRECHT - NABURIGE RECHTEN
De band “Tee Set” is in de jaren zestig van de vorige eeuw opgericht. De band heeft internationale bekendheid verkregen met de hit “Ma Belle Amie”. De band heeft wisselende samenstellingen gehad. In ieder geval in de periode januari 1969 tot en met medio 1970 maakten [gedaagde 1], [bandlid1], [bandlid2] en [bandlid3] deel uit van de band. Een gedeelte van deze periode maakte ook [bandlid4] deel uit van de band. Vanaf de oprichting is [de manager] een persoon de manager geweest van de band. Hij was tevens de partner van [bandlid1]. Na een geschil tussen enerzijds de manager en [bandlid1] en de andere bandleden is op 15 maart 1976 eindvonnis gewezen in de procedure tussen partijen. Later is in 1998 een ander vonnis gewezen met betrekking tot de rechten op het Tee Set oeuvre. Thans vordert eiser verklaringen voor recht dat hij de volledige en enige rechthebbende is op de producentenrechten van het oeuvre.
De rechtbank oordeelt dat eiser rechthebbende is op de naburige rechten van de fonogrammenproducent. Hij kan zich een succesvol beroepen op het in gezag van gewijsde gaan van het vonnis uit 1998, waarin is bepaald dat de rechten bij de manager en bij [bandlid1] lagen. Deze rechten zijn later overgedragen aan Double Dutch en daarna door Double Dutch aan eiser overgedragen. De stellingen van eiser dat hij echter auteursrechthebbende is ten aanzien van het Tee Set oeuvre falen. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat [bandlid1] de maker was van alle composities en teksten. Ook is de gevorderde vergoeding voor exploitatie van het nummer “Ma belle amie” onvoldoende onderbouwd door eiser. Zo heeft eiser ondanks een betoog van [gedaagde1] niet uiteengezet wat de grondslag van de vordering is: het naburige recht van de fonogrammenproducent of het auteursrecht. Ook heeft eiser niet duidelijk gemaakt of de vergoeding die aan [gedaagde 1] zou zijn voldaan in verband met exploitatie in de iTunes-store, een vergoeding voor de fonogrammenproducent betrof, een vergoeding voor [gedaagde 1] als uitvoerend kunstenaar of een auteursrechtelijke licentievergoeding. De reconventionele vorderingen worden afgewezen.
