Vonnis vernietigd ten aanzien van opgelegde lijfsdwang

16-09-2016 Print this page
IEPT20160913, Hof Amsterdam, SCOEZH v Buma en Sena
(Met dank aan Birre Büller, Buma Stemra)

Niet-juridische bestuurder kan ook onder bestuurdersaansprakelijkheid vallen in geval van feitelijke controle over onderneming. [W] persoonlijk aansprakelijk voor inbreuken: ernstig verwijt en ruimte bestuurders gaat niet zo ver dat bewust inbreuk mag worden gemaakt op rechten derden

AUTEURSRECHT – NABURIGE RECHTEN

Buma en Sena verlenen licenties namens rechthebbenden waarin zij toestemming verlenen tot openbaarmaking van muziek en fonogrammen. SCOEZH exploiteert de radiozender Fresh FM. Vanaf 2003 is SCOEZH meerdere malen veroordeeld tot betaling van licentievergoedingen, een percentage van reclame-inkomsten en dwangsommen op het betalen van deze bedragen. Tot voor kort was [W] middellijk bestuurder van SCOEZH. Buma en Sena vorderen een voorziening die ertoe strekt dat SCOEZH en [W] wordt verboden op de auteurs- en naburige rechten inbreuk te maken op straffe van dwangsom en lijfsdwang. Deze vordering wordt door de voorzieningenrechter toegewezen. [W] gaat in beroep tegen de voorziening (IEPT20160524).

De door SCOEZH opgelopen betalingsachterstanden worden niet betwist door [W]. [W] stelt zich op het standpunt dat van bestuurdersaansprakelijkheid geen sprake is, nu hij sinds 24 mei 2016 (datum vonnis in eerste aanleg) geen bestuurder meer is van SCOEZH. Dit betoog houdt geen stand; uit verschillende feiten blijkt dat [W] feitelijk nog controle over de onderneming behield en hij slechts aftrad met het oog op de tegen SCOEZH en hem gevoerde procedure door Buma en Sena.

Het hof bevestigt het oordeel van de voorzieningenrechter dat [W] een ernstig persoonlijk verwijt valt te maken voor de door SCOEZH gepleegde inbreuken, aangezien hij zich ervan bewust was dat rechten van derden werden geschonden. Het verweer dat aan de hoge drempel voor aannemen bestuurdersaansprakelijkheid niet wordt voldaan gaat niet op; bewust, langdurig en hardnekkig schenden van rechten van derden valt niet in de ruimte die bestuurders moet worden gegund in het maatschappelijk belang. Het door de voorzieningenrechter geformuleerde verbod op schending auteurs- en naburige rechten inclusief dwangsom wordt bekrachtigd.

De voorziening wordt vernietigd met betrekking tot de opgelegde lijfsdwang. Lijfsdwang is een uiterst dwangmiddel en mag slechts worden toegepast indien geen redelijke twijfel bestaat dat andere middelen genoegzaam zullen zijn om voldoening te verzekeren, hetgeen aannemelijk moet worden gemaakt aan de hand van feiten. In casu is de lijfsdwang niet met genoeg feiten aannemelijk gemaakt. Uit eerdere uitspraken blijkt dat niet valt te stellen dat [W] in het geheel geen verhaal biedt aan dwangsommen. Ook andere stellingen die een lijfsdwang zouden toestaan zijn onvoldoende op feiten gebaseerd.
Partijen dragen eigen proceskosten, daar de grief van [W] met betrekking tot de lijfsdwang stand houdt, maar de overige grieven falen.

IEPT20160913, Hof Amsterdam, SCOEZH v Buma en Sena

(kopie origineel arrest)