Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen oppositie tegen inschrijving van het uniewoordmerk MERLIN’s KINDERWELT voor diensten uit de klasse 41 (onderwijs en entertainment). Oppositie op basis van het oudere Italiaanse woordmerk KINDER voor diensten uit klasse 41 (onderwijs en entertainment) en waren uit de klasse 30. De Kamer van Beroep wees de oppositie toe omdat het dominante element uit het litigieuze merk, ‘KINDER’ voor verwarringsgevaar zou leiden.
Het beroep wordt toegewezen. Het Gerecht stelt vast dat de Kamer van Beroep een fout heeft gemaakt met het vaststellen van eventuele dominante elementen in het litigieuze merk. Die zijn er niet volgens het Gerecht, omdat Merlin’s geen dusdanige betekenis heeft dat deze beschrijvend kan zijn in het merk, waardoor het geen onderscheidend vermogen zou hebben. Het heeft wel degelijk onderscheidend vermogen. Hierdoor is er geen visuele of fonetische overeenstemming, het identieke element Kinder daargelaten. De andere elementen zorgen ervoor dat er geen overeenstemming ontstaat omdat er voldoende onderscheidende elementen zijn. Doordat de merken voldoende verschillend zijn kan er geen verwarringsgevaar ontstaan tussen het oudere Italiaanse merk en het litigieuze merk. Het merk kan worden ingeschreven.
“40. Consequently, in the light of the case-law referred to in paragraph 27 above, a comparison between the signs cannot be made solely on the basis of the dominant element of the signs at issue, but will have to be made having regard to the signs at issue, each considered as a whole. […]
64. Since one of the cumulative conditions fort he application of Article 8(1)(b) of Regulation No 207/2009 is not met, it must be concluded that the Board of Appeal erred in finding that there was a likelihood of confusion within the meaning of that provision.“
Lees het arrest hier.
In de zaak T-566/15, IEPT20160920, GEU, Excalibur City v EUIPO vecht de houder van het oudere Italiaanse woordmerk KINDER de registratie van het uniebeeldmerk met de elementen MERLIN's KINDERWELT aan. Hierin luidt het oordeel van het Gerecht hetzelfde als in de zaak betreffende het woordmerk, namelijk dat er geen dominante elementen in het merk zijn. Dit zorgt ervoor dat er geen verwarringsgevaar is tussen het litigieuze merk en het oudere merk, waardoor het nieuwe merk kan worden in geschreven.
Lees dat arrest hier.
