Verwarringsgevaartussen beeldmerken “SUNCALI” en “CALI CO”

17-10-2016 Print this page
IEPT20160922, GEU, Sun Cali v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen nietigheidsprocedure tegen het uniebeeldmerk met het woordelement “Sun Cali” voor waren uit de klasse 18 en 25 (handtassen en kleding), en diensten uit de klasse 35 en 45 ((handels)diensten met betrekking tot kleding). Nietigheidsprocedure werd ingesteld door de houder van het oudere Italiaanse beeldmerk met het woordelement “Cali co”, Abercrombie & Fitch Europe.

Het beroep faalt. Het beroep bestond uit twee middelen. Ten eerste stelde verzoekster dat de Kamer van Beroep onjuist had geoordeeld met betrekking tot dat vaststelling van een werkelijke en feitelijke vestiging voor handel in de Unie behorende aan verzoekster. Het middel klaagt dat, in tegenstelling tot hetgeen de Kamer van Beroep beweert Sun Cali wél een vestiging in Europa (München) zou hebben voor handel in de Unie. Deze stelling vindt volgens het Gerecht geen ondersteuning in het overgelegde bewijs – foto’s van een website. Het middel wordt verworpen.

Het tweede middel klaagt dat de Kamer van Beroep onjuist geoordeeld heeft in de vaststelling dat er geen verwarringsgevaar zou zijn tussen het oude en het nieuwe merk. Het Gerecht bepaalt daarover dat er sprake is van aanverwante of overeenstemmende waren en diensten, en dat het verwarringsgevaar beoordeeld moet worden van uit de gemiddelde Italiaanse consument. Het Gerecht stelt dat er geen dominante elementen in de beide beeldmerken zijn. Visueel en fonetisch gezien stemmen de merken in enige mate overeen door het gelijke woordelement “Cali”. Conceptueel gezien roept dit woordelement een associatie met Californië op, hetgeen tot een conceptuele overeenstemming leidt. Het Gerecht oordeelt dat door de overwegend overeenstemmende waren en diensten en de visuele, fonetische en conceptuele overeenstemming er sprake kan zijn van een verwarringsgevaar. Het Gerecht bevestigt het oordeel van de Kamer van Beroep en houdt de nietigheid van het nieuwere merk in stand.

"29. Ten eerste kan op basis van dergelijke bewijzen weliswaar worden begrepen dat de aard van de economische activiteit waarop deze vestiging zich beroept, de kleinhandel in kleding, schoeisel en accessoires is. Alleen uittreksels uit een website en foto’s volstaan echter op zich en bij gebreke van andere elementen niet om te bewijzen dat een werkelijke en feitelijke handelsvestiging in de Unie bestaat."

"80. Bijgevolg heeft de kamer van beroep geen blijk gegeven van een onjuiste opvatting door in punt 47 van de bestreden beslissing te oordelen dat, gelet op de overeenstemming van de conflicterende tekens, verwarringsgevaar bestond voor de diensten van klasse 35 waarop het betwiste merk betrekking had, aangezien deze in zekere mate soortgelijk waren aan de waren van klasse 25."

Lees het arrest hier.