Conservatoir derdenbeslag naar aanleiding van commercial met ‘lookalike’ Verstappen afgewezen

13-10-2016 Print this page
IEPT20161013, Rb Amsterdam, Mavic v Picnic

Conservatoir derdenbeslag in zaak rond portretrecht Max Verstappen na commercial van Picnic met ‘lookalike’ Verstappen afgewezen: de vraag of commercial onrechtmatig bevonden zal worden nu deze duidelijk is bedoeld als parodie.

 

PORTRETRECHT

 

Kort geding. Mavic behartigt de belangen van Max Verstappen en vordert in dit kort geding conservatoir beslag ter zekerheid van hun vorderingen jegens Picnic naar aanleiding een veelbesproken commercial waarin een ‘lookalike’ van Verstappen is ingezet. Verzoekers achten het onwenselijk dat aan de hand van zijn portret commercieel voordeel wordt getrokken uit de bekendheid van Verstappen en menen recht te hebben op een schadevergoeding. Bij het bepalen van de hoogte van de schade dient volgens hen aansluiting te worden gezocht bij de hoogte van de vergoeding die verzoekers hadden kunnen bedingen bij een dergelijke commercial, op basis van een advies van een sportmarketingbureau vastgesteld op € 350.000.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat Verstappen als zeer bekende Nederlander verzilverbare populariteit geniet, die maakt dat verzoekers een redelijk belang hebben om zich te verzetten tegen commercieel gebruik van zijn portret. Daar staat volgens de voorzieningenrechter tegenover dat de reclame-uiting van Picnic “overduidelijk een humoristisch bedoelde parodie is op de eerdere reclame-uiting van Jumbo”. Met name het feit dat Verstappen in een boodschappenauto rijdt die niet te vergelijken is met de Formule-1 wagen in de reclame-uiting van Jumbo, vormt  volgens de voorzieningenrechter een zodanig contrast dat duidelijk is dat het een parodie betreft. De voorzieningenrechter overweegt voorts dat Jumbogeen bezwaren heeft geuit en Pinnic de uiting na sommatie onmiddellijk heeft verwijderd, waardoor de uiting slechts één dag door Picnic openbaar is gemaakt.

 

Het bovenstaande maakt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat het de vraag is of de uiting onrechtmatig zal worden bevonden en in hoeverre aan verzoekers een schadevergoeding zal worden toegekend. Daarom kan de vordering volgens de voorzieningenrechter niet als summierlijk deugdelijk worden aangemerkt en “zeker niet tot het begrote bedrag”. Ook maken de genoemde omstandigheden het verzoek om conservatoir beslag te mogen leggen volgens de voorzieningenrechter disproportioneel. Het gevraagde verlof wordt geweigerd.

 

IEPT20161013, Rb Amsterdam, Mavic v Picnic

 

ECLI:NL:RBAMS:2016:9747