“BRAUWELT” beschrijvend voor waren en diensten die verband houden met het brouwen van bier

29-11-2016 Print this page
IEPT20161018, GEU, Raimund Schmitt Verpachtungsgesellschaft v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de weigering van de inschrijving van het woordteken BRAUWELT voor waren en diensten behorende tot de klassen 9, 16, 32, 35, 38, 41, 42 en 43.

Het beroep wordt afgewezen. Het GEU verklaart in de eerste plaats de tweede en derde vordering, houdende een wijziging van de bestreden beslissing niet-ontvankelijk. Het GEU mag geen kennis nemen van deze vorderingen omdat de Kamer van Beroep niet bevoegd is om een verzoek af te doen dat ertoe strekt dat zij een Uniemerk inschrijft.

Verzoekster voert ten eerste een schending van artikel 7 lid 1 onder c Uniemerkenverordening aan. Zij betwist de benadering van de kamer van beroep betreffende de betekenis van het aangevraagde merk en het beschrijvende karakter ervan. Het GEU oordeelt dat het woordelement ‘brau’, zoals de kamer van beroep heeft geoordeeld, een concrete semantische inhoud heeft, aangezien het brouwen van bier een bepaalde door de mens verrichte activiteit betreft. Ook volgt het GEU het oordeel van de kamer van beroep over het woordelement ‘welt’ en oordeelt dat dit element dikwijls wordt gebruikt voor verkoopsites die over een uitgebreid assortiment beschikken. De term ‘brauwelt’ is volgens het GEU geen onbepaalde, ongebruikelijke en originele term omdat het dus verwijst naar een verkoopsite die verband houdt met het brouwen van bier. Voorts oordeelt het GEU dat ‘brauwelt’ beschrijvend is voor alle waren en diensten, omdat het aangevraagde merk een aanduiding op kan leveren van het thematische voorwerp van een waar od dienst, en van de soort alsook de plaats van verkoop of verrichting er van.

Ten tweede voert verzoekster een schending van artikel 7 lid 1 onder b aan. Dit middel wordt ongegrond verklaard omdat het GEU reeds had geoordeeld dat het merk beschrijvend was, waardoor het volgens vaste rechtspraak ook elk onderscheidend vermogen mist.

Ten derde voert verzoekster aan dat het merk onderscheidend vermogen heeft verkregen als gevolg van het gebruik dat van het merk is gemaakt. Het GEU oordeelt dat dit gebruik moet worden aangetoond voor de volledige categorie ‘tijdschriften’. Dit kan niet gespecificeerd worden naar ‘tijdschriften gespecialiseerd op het gebied van brouwerijen’. Dit heeft namelijk een impact op de definitie van het relevante publiek, aangezien zij ertoe strekt het algemene publiek daarvan uit te sluiten. Het GEU oordeelt dan ook dat het gebruik van ‘brauwelt’ slecht voor een gedeelte van het relevante publiek is bewezen en geen onderscheidend vermogen heeft verkregen, nu het grote publiek daar niet mee bekend is.

40. Op basis van deze voorbeelden mag inderdaad ervan worden uitgegaan dat wanneer het relevante publiek wordt geconfronteerd met het in een samengesteld woord gebruikte woordelement „brau”, het dit als een verwijzing naar het brouwen van bier zal opvatten, zodat de beoordeling van de kamer van beroep juist is.

50. Dienaangaande heeft de kamer van beroep in punt 15 van de bestreden beslissing aangegeven dat het begrip „brauwelt” – in zijn geheel bezien – „brouwerijwereld” of „brouwwereld” betekent en verwijst naar een verkoopsite of naar een groot aanbod van waren en diensten die verband houden met het brouwen van bier.

Lees het arrest hier.