Inbreuk op model voor partytent

03-11-2016 Print this page
IEPT20161102, Rb Den Haag, Zhengte v Leen Bakker
(Met dank aan Rutmer Brekhoff en Annemieke Kooy, Vriesendorp & Gaade)

Spoedeisend belang bij vorderingen omtrent inbreuk partytent ondanks onthoudingsverklaring Leen Bakker c.s.: verklaring omvat niet alle modelrechtelijk relevante handelingen. Zhengte model voor partytent nieuw: niet identiek aan vormgevingserfgoed. Zhengte model (foto links) heeft eigen karakter t.o.v. vormgevingserfgoed door afwijkende kenmerken. Le Sud paviljoen Grimaud tent (foto rechts) maakt inbreuk op Zhengte model: geen andere algemene indruk. Opgave door accountant afgewezen: registeraccountant kan, zeker indien deze niet de huisaccountant is, gevorderde vorm van assurance niet geven.

 

MODELRECHT

 

Zhengte produceert hoogwaardige tuinartikelen en levert deze aan dealers over de hele wereld. Zij is houdster van een Gemeenschapsmodel dat het uiterlijk van een (party)tent toont. Leen Bakker verkoopt partytenten met de naam “Le Sud paviljoen Grimaud”. Ook Blokker verkoopt deze partytent in haar vestigingen. Volgens Zhengte maken Leen Bakker en Blokker onder meer inbreuk op haar modelrecht.

 

Zhengte heeft spoedeisend belang bij haar vorderingen, ondanks de door Leen Bakker c.s. afgegeven onthoudingsverklaring. Deze verklaring bevat alleen de toezegging dat de tenten niet meer worden verkocht totdat er een beslissing in een bodemprocedure is er is niet verklaard dat Leen Bakker c.s. zich zal onthouden van andere modelrechtelijk relevante handelingen als het aanbieden, invoeren en uitvoeren van de partytent.

 

Het Zhengte model is geldig volgens de voorzieningenrechter. Het verweer van Leen Bakker c.s. dat het model niet nieuw is ten opzichte van het vormgevingserfgoed wordt verworpen. Dat er niets bijzonders of vernieuwends is aan de elementen van het Zhengte model en ook niet aan de specifieke combinatie van die elementen zoals Leen Bakker c.s. betogen, doet volgens de voorzieningenrechter niets af aan de nieuwheid, nu het criterium daarvoor is dat het Zhengte model niet identiek mag zijn aan een model uit het vormgevingserfgoed. Op het eerste gezicht is duidelijk dat het Zhengte model niet identiek is aan de Catua tent, het Leco model, de Shadow tent of de StructureLab tent en daarom is het model nieuw.

 

Het Zhengte model kenmerkt zich volgens Zhengte door een combinatie van een aantal elementen die hieronder zijn opgenomen:

“a. de liggende stangen (hierna: de liggers) van twee verschillende lengtes, die door middel van

liggende stangen van gelijke lengte met elkaar verbonden zijn;

b. de verticale stangen (hierna: de staanders) van verschillende lengtes;

c. de cilindervormige en relatief dunne liggers en staanders, met een ranke uitstraling;

d. het vierkante doek dat golvend oogt;

e. het zwevende karakter van het doek door de ruimte die tussen het doek en de liggers is

vrijgelaten;

f. de bevestiging van het doek aan de liggers met lussen van elastiek die zich op regelmatige afstand

van elkaar bevinden, welke lussen elk om een balletje heengaan;

g. de minimale steuntjes tussen de staanders en de liggers;

h. de ronde, kleine ‘voetjes’ aan de staanders;

i. het zwarte metaal van de staanders en liggers;

j. het zandkleurig polyester van het doek.”

 

Het verweer dat het model eigen karakter mist en opzichte van het vormgevingserfgoed faalt eveneens. Ten aanzien van de Catua tent geldt dat deze op drie kenmerken (c, g en h) afwijkt van het Zhengte model. Ten aanzien van de Shadow tent heeft Leen Bakker c.s. niet gemotiveerd waarom het Zhengte model geen eigen karakter heeft. De voorzieningenrechter overweegt dat het Zhengte model wel degelijk een eigen karakter heeft nu bij de Shadow tent per staanders twee liggers ten opzichte van de verticale staander gekruist zijn, waardoor kenmerk a van het Zhengte model hiervan afwijkt. Dit geeft tezamen met de ‘punt in het dak’ dat voor een wezenlijk verschil met kenmerk d zorgt voor een andere totaalindruk. Ook de StructureLab tent geeft de geïnformeerde gebruiker een andere totaalindruk, ondanks dat dit model net zoals de Zhengte een vlindervorm bezit. Er is sprake van minder horizontale liggers dan het Zhengte model (kenmerk a), de liggers zijn niet zoals bij het Zhengte model onder de verticale balken bevestigd en het doel vormt een nagenoeg plat vlak in plaats van een golfachtig geheel (kenmerk d). Ook bestaat het gehele frame van de StructureLab uit vierkante balken en niet uit cilinders (kenmerk c).

 

Voorshands is sprake van inbreuk op het Zhengte model, omdat geen sprake is van een andere algemene indruk. Beide tenten hebben dezelfde cilindervormige en relatief dunne liggers en staanders, met een ranke uitstraling (kenmerk c), een golvend doek (kenmerk d), luchtranden tussen het doek en de liggers (kenmerk e), ronde platte voetjes onder de verticale staanders (kenmerk h), hetzelfde zwarte kleurgebruik voor de staanders en liggers (kenmerk i), hetzelfde beige kleurgebruik voor wat betreft het doek (kenmerk j). Het enige verschil is dat de Le Sud partytent de bolletjes bovenop de verticale staanders mist, maar dit is onvoldoende om een andere algemene indruk te wekken. Omdat de vorderingen op de modelrechtelijke grondslag worden toegewezen, heeft Zhengte geen belang meer bij een oordeel over de (meer) subsidiair ingeroepen grondslagen auteursrecht en slaafse nabootsing.

 

Leen Bakker c.s. moet opgave doen van haar leveranciers. De gevorderde opgave door een registeraccountant wordt afgewezen, omdat een accountant de gevraagde assurance niet kan geven. De gevorderde opgave door een accountant zou neerkomen op een verklaring dat de opgave een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt. Dit vormt een opdracht voor het geven van een vorm van assurance door een registeraccountant, waarvan de voorzieningenrechter ambtshalve weet dat een accountant deze niet kan geven. Ook een rapport van feitelijke bevindingen biedt geen soelaas, omdat dit geen extra zekerheid geeft over de juistheid van een opgave. De accountant kan niet verklaren dat de opgave een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt en/of dat er geen aanwijzingen zijn dat de opgave onjuist of onvolledig is.

 

Ook het gebod om de partytenten terug te halen wordt toegewezen, behoudens voor zover de klanten consumenten betreffen., De gevorderde vernietiging van inbreukmakende partytenten wordt afgewezen, omdat dit een onomkeerbare maatregel betreft. Leen Bakker c.s. dient daarom de huidige voorraad en nog terug te roepen partytenten te bewaren zolang het onderhavige vonnis haar kracht niet heeft verloren.

 

IEPT20161102, Rb Den Haag, Zhengte v Leen Bakker

 

(ECLI-versie)