Geen auteursrecht- of databankenrecht inbreuk door overname tabellen met normgegevens

23-11-2016 Print this page
IEPT20161122, Hof Amsterdam, Pearson
(Met dank aan Martin Hemmer, AKD)

Tabellen met normgegevens psychologische tests niet auteursrechtelijk beschermd: verzameling onderzoeksresultaten, bij de vorm van weergave geen creatieve keuzes gemaakt, gebruik van namen/aanduidingen triviaal. Afzonderlijke normgegevens niet auteursrechtelijk beschermd: individuele feitelijke gegevens waarin qua presentatie niets creatiefs valt te ontwaren. Geen databankenrecht door gebrek aan substantiële investeringen: kosten zien met name op het ontwikkelen  en controleren toetsingsmateriaal dat in de normtabellen wordt weergegeven en niet op de wijze van ontsluiting van het materiaal. Geen wanprestatie: passage testhandleiding dat passage dat “geen delen uit de handleiding zonder toestemming mag worden gekopieerd of verveelvoudigd” mocht in redelijkheid worden begrepen als dat dit enkel op auteursrecht eventueel auteursrecht ziet. Onrechtmatige daad onvoldoende onderbouwd.

 

AUTEURSRECHT - DATABANKENRECHT - ONRECHTMATIGE DAAD

 

Hoger beroep tegen de vonnissen van 30 november 2011 en 5 juni 2013. Pearson is uitgever van psychologische tests. Geïntimeerde exploiteert het Roermond’s Score Programma (RSP), waarmee tests van Pearson kunnen worden ‘gescoord’ aan de hand van normgegevens. De RSP-rapportage bevat normgegevens van 172 verschillende tests, waaronder 51 tests van Pearson. In de vonnissen is geoordeeld dat dat Pearson geen databankenrecht heeft op normtabellen met normgegevens en ook geen auteursrecht. De vonnissen worden bekrachtigd.

 

Het betoog van Pearson dat het feit dat de bedoelde onderdelen elementen zijn van de door Pearson vervaardigde tests die als geheel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen reeds meebrengt dat dop die elementen auteursrechtelijke bescherming rust, faalt. Het komt er volgens het hof op aan of de bedoelde onderdelen van de tests ook afzonderlijk te beschouwen zijn als creatieve uitingen die het persoonlijke stempel van de maker dragen.

 

De rechtbank heeft terecht overwogen dat de tabellen met normgegevens niet op te vatten zijn als creatieve uitingen die het persoonlijke stempel van de maker dragen, zodat daaraan geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Het gaat in feite om een verzameling (objectieve) onderzoeksresultaten, meer specifiek om feitelijke informatie over testgedrag van normgroepen, dat in tabellen is weergegeven.  Dat bij de vorm van de weergave hiervan creatieve keuzes zijn gemaakt valt uit de in het geding gebrachte voorbeelden niet op te maken en is ook verder onvoldoende feitelijk onderbouwd. Dat er (in de wetenschap gebruikelijke) namen/aanduidingen zijn gebruikt om de onderscheiden tabellen aan te duiden zijn triviale en uit een oogpunt van bruikbaarheid noodzakelijke keuzes. Ook de afzonderlijke normgegevens zijn niet auteursrechtelijk beschermd, nu het om individuele feitelijke gegevens gaat waarin qua presentatie niets creatiefs valt te ontwaren en die het resultaat zijn van objectief wetenschappelijk onderzoek. Met betrekking tot de scoringsregels is onvoldoende onderbouwd waarin de creatieve keuze zou zijn gelegen.

 

Met betrekking tot de databankrechtelijke grondslag wordt geoordeeld dat hetgeen Pearson in hoger beroep met betrekking tot de door haar gemaakte kosten aanvoert niet de gevolgtrekking wettigt dat een substantiële investering is gedaan in (louter)  het toegankelijk maken van bestaande zelfstandig informatieve gegevens. De beschreven werkzaamheden en daarmee gepaard gaande kosten zien met name op het ontwikkelen  en controleren van het toetsingsmateriaal dat in de normtabellen ten behoeve van de afname van de tests wordt weergegeven en niet op de wijze van ontsluiting van het materiaal.

 

Dat sprake is van wanprestatie door in strijd met de in haar testhandleiding opgenomen passage dat “geen delen uit de handleiding zonder toestemming mag worden gekopieerd of verveelvoudigd” wordt door het hof niet gevolgd. Het hof is met geïntimeerden van oordeel dat zij deze passage in redelijkheid mochten begrijpen dat voor zover op de tests auteursrechtelijke bescherming rustte dit recht gehandhaafd zou worden c.q. dat Pearson van haar afnemers verlangde dat een eventueel op de desbetreffende test rustend auteursrecht zou worden gerespecteerd. Nu in casu niet is gebleken dat sprake is van schending van een auteursrecht kan in het midden blijven of de bepaling op rechtsgeldige wijze onderdeel is gaan uitmaken van een (mogelijk) tussen Pearson en geïntimeerden als afnemer van de tests ontstane contractuele verhouding. Zelfs als dat het geval is behoefden geïntimeerde de bepaling, die gebruikelijk is in de betekenis dat auteursrechten zullen worden gehandhaafd, niet op te vatten als een zelfstandig contractueel verbod los van enige auteursrechtelijke (of andere uit de wet voortvloeiende) bescherming. Voorts is onvoldoende onderbouwd dat sprake is van bijkomende omstandigheden die het handelen van geïntimeerden onrechtmatig maken.


IEPT20161122, Hof Amsterdam, Pearson
 

(kopie origineel arrest)