Overgangsmaatregel van gezondheidsclaimsverordening van toepassing op producten die voor 1 januari 2005 als geneesmiddel werden verkocht

25-11-2016 Print this page
IEPT20161123, HvJEU, Nelsons v Ayonnax Nutripharm en Bachblütentreff



RECLAMERECHT

Nelsons verkoopt in Duitsland via apotheken preparaten op basis van bloesems. Deze preparaten hebben een alcoholpercentage van 27%. Nelsons verkocht de preparaten voor 1 januari 2005 als geneesmiddel onder het Uniemerk RESCUE dat toen voor geneesmiddelen was geregistreerd. In 2007 kreeg Nelson de registratie van RESCUE als Uniemerk voor levensmiddelen. De regionaal appelrechter Hamburg heeft bij arrest van 21 februari 2008 geoordeeld dat bachbloesempreparaten geen geneesmiddelen, maar levensmiddelen zijn. Nelsons was in deze zaak geen procespartij, maar is na de uitspraak bachbloesempreparaten gaan verkopen als levensmiddelen. Ayonnax Nutripharm en Bachblütentreff zijn eveneens bacbloesemproducenten uit Duitsland. Zij komen op tegen verschillende reclameboodschappen van Nelsons. Zij zijn van mening dat Nelsons alcoholhoudende dranken heeft gepromoot en daarbij heeft verwezen naar gunstige of onschadelijke effecten op de gezondheid wat volgens hen oneerlijke mededinging vormt. De benamingen “RESCUE TROPFEN” en “RESCUE NIGHT SPRAY” verwijzen volgens de verwijzende rechter naar algemene niet-specifieke voordelen voor de algemene gezondheid of voor het welzijn voor op het gebied van gezondheid . De verwijzende rechter ziet zich voor de vraag gesteld of bij een dergelijke gezondheidsclaim aan de vereisten van de artikelen 5 en 6 van verordening 1924/2006 moet worden voldaan.

Het Bundesgerichthof heeft om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen verzocht:

“ 1. Zijn als gedistilleerde dranken aangeduide vloeistoffen met een alcoholgehalte van 27 volumeprocent die via apotheken in druppelbuisjes met een inhoud van 10 of 20 ml en als spray worden verkocht, dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent als bedoeld in artikel 4, lid 3, van verordening nr. 1924/2006, wanneer volgens de aanwijzingen voor de dosering op hun verpakking
a. vier druppels van de vloeistof in een glas water dienen te worden gedaan en over de dag verspreid dienen te worden gedronken, of indien nodig, vier druppels onverdund dienen te worden ingenomen, respectievelijk
b. twee pufjes van de als spray verkochte vloeistof op de tong dienen te worden aangebracht?

2. Ingeval de eerste vraag, onder a) en b), ontkennend dient te worden beantwoord:
Moeten ook bij verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen als bedoeld in artikel 10, lid 3, van verordening nr. 1924/2006 bewijzen in de zin van artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1, van die verordening bestaan?

3. Is artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel, van verordening nr. 1924/2006 eveneens van toepassing wanneer het betrokken product onder zijn merknaam vóór 1 januari 2005 niet als levensmiddel, maar als geneesmiddel in de handel werd gebracht?”

De derde vraag wordt door het Hof als eerste behandelt. Ingevolge artikel 28 lid 2 van verordening 1924/2006 mogen van handelsmerken of merknamen voorziene producten die bestonden voor 1 januari 2005 en die niet aan deze verordening voldoen, blijvend in de handel worden gebracht tot en met 19 januari 2022, waarna de bepalingen van de verordening gelden.

Het gaat om of benamingen waarin een gezondheidslclaim kan worden gelezen kunnen worden gebruikt zonder de in die verordening vastgestelde vergunningsprocedures te ondergaan, op voorwaarde dat de benaming in combinatie met de daarmee verband houdende voedingsclaim voldoet aan de bepalingen van deze verordening. Deze bepaling is slechts van toepassing op producten die voorzien zijn van handelsmerken of merknamen die bestonden voor 1 januari 2005. Bestonden moet in dit geval uitgelegd worden als dat deze producten reeds voor deze datum over dezelfde materiële eigenschappen beschikken en voorzien zijn van hetzelfde handelsmerk of dezelfde merknaam. Dit is in het hoofdgeding het geval.

Met dit antwoord op de derde vraag behoeven de eerste en tweede vraag niet te worden beantwoord.

Het Hof verklaart voor recht:

"Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 107/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien – met dezelfde materiële kenmerken en onder hetzelfde handelsmerk of dezelfde merknaam – als levensmiddel wordt verkocht."

IEPT20161123, HvJEU, Nelsons v Ayonnax Nutripharm en Bachblütentreff

(Curia-versie)