Opzeggen overeenkomst van opdracht had met opzegtermijn van 6 maanden moeten gebeuren

04-12-2017 Print this page
IEPT20170111, Rb Overijssel, Panir

Samenwerking tussen partijen aan te merken als overeenkomst van opdracht. Gedaagde moest redelijke opzegtermijn van 6 maanden in achtnemen: eiser kon niet direct omschakelen naar vergelijkbare leverancier, in niet ondertekende concept-samenwerkingsovereenkomst is termijn van 6 maanden opgenomen. Geen inbreuk op IE-recht of know how van eiser inzake productie panir. Geen bijkomende omstandigheden die produceren en distribueren panir onder eigen label gedaagde onrechtmatig maken.

 

OVEREENKOMSTENONRECHTMATIGE DAAD

 

Eiser heeft van 2005-2013 door de firma Weerribben Zuivel voor onder het merk “Heilige Koe” panir geproduceerd. Vanaf 2013 heeft eiser een andere producent gezocht en is zo bij gedaagde terechtgekomen. Hierbij hebben partijen een concept-samenwerkingsovereenkomst opgesteld. gedaagde heeft de samenwerking uiteindelijk op in augustus 2014 beëindigd. Eiser vordert nu een marketingbijdrage van € 14.210 en een schadevergoeding van € 73.000.

 

De rechtbank merkt de samenwerking tussen partijen aan als een overeenkomst van opdracht. De opdrachtnemer die de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van een beroep of bedrijf kan de overeenkomst slechts kan opzeggen indien hij voor onbepaalde duur geldt en niet door volbrenging eindigt. Gedaagde kon de overeenkomt dus beëindigen. De rechtbank is echter van oordeel dat een opzegtermijn van 6 maanden in acht had moeten worden genomen. Hierbij wordt onder meer overwogen dat eiser niet direct kon omschakelen naar een vergelijkbare leverancier en dat in de niet ondertekende concept-samenwerkingsovereenkomst een opzegtermijn van 6 maanden is opgenomen. Gedaagde wordt veroordeeld een bedrag van € 14.210 aan misgelopen marketingbijdrage aan eiser te betalen over de misgelopen 6 maanden.

 

Er is geen sprake van inbreuk op een IE-recht of know how van eiser inzake de productie van panir. Het productieproces is reeds eeuwen oud en er is geen concurrentiebeding of geheimhoudingsbeding overeengekomen. Daarnaast is sprake van algemeen bekende afzetkanalen. Er zijn ook geen bijkomende omstandigheden aanwezig die het produceren en distribueren van de panir onder eigen label van gedaagde onrechtmatig maken. Gelet op de betwisting van gedaagde had eiser nader moeten onderbouwen dat en welke schade hij door het handelen van gedaagde heeft geleden. De gevorderde schadevergoeding wordt dus afgewezen.

 

IEPT20170111, Rb Overijssel, Panir

 

ECLI:NL:RBOVE:2017:42