Artikel NRC over banden brancheorganisatie podologen met Noorse broeders vindt voldoende steun in het feitenmateriaal

24-01-2017 Print this page
IEPT20170119, Rb Overijssel, LOOP v NRC
(Met dank aan Emiel Jurjens en Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan)

Publicatie artikel NRC over banden bracheorganisatie podologen met Noorse Broeders niet onrechtmatig. Uit feitenmateriaal blijkt dat eiser 4 over bestuurszaken van LOOP met leden van de Noorse broeders heeft gesproken, dat leden van de Noorse broeders gratis werken voor LOOP waarnaar het vermeende salaris naar de Noorse broeders gaat, dat eiser 4 zich voor het leven heeft benoemd als voorzitter en hiervoor een vergoeding krijgt, dat eiser 4 en zijn broer als verdachten in een strafzaak zijn aangemerkt en dat de aangesloten podologe declaratiesoftware opgelegd zouden krijgen en dat eiser 4 en de Noorse broeders hierbij geldelijk gewin zouden hebben. Artikel draag bij aan het publieke debat. NRC heeft in voldoende mate hoor en wederhoor toegepast en voldoende zorgvuldigheid betracht.

PUBLICATIE

LOOP is een beroepsorganisatie voor podologie. LOOP is opgericht onder andere door eiser 4. Eiser 4 is ook oprichter, bestuurder en aandeelhouder van AvP, een kennisinstelling voor podologie. Om lid te kunnen worden van LOOP geldt een verplichting tot een opleiding van AvP. Eiser 3 is bestuurder en aandeelhouder van AvP. Eisers 3 en 4 zijn lid van de geloofsgemeenschap Christelijke Gemeente Nederland, die ook wel de “Noorse broeders” wordt genoemd. Eiser 3 is tevens voorzitter van de Noorse broeders. In de NRC van 17 november 2016 is een artikel verschenen met de titel “Podologenclub in handen van de Noorse broeders”. LOOP, eisers 3 en 4 (hierna: LOOP), vorderen het staken van de schendingen van hun eer en goede naam en een rectificatie van het artikel.

De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat onderzoeksjournalistiek, zoals in deze zaak, niet zelden leidt tot indringende publicaties getoonzet in wellicht overdreven bewoordingen met de bedoeling de conclusies van de onderzoeksjournalist te benadrukken. Voor zover de grenzen van het toelaatbare niet worden overschreden en het lijdend voorwerp voldoende gelegenheid krijgt om weerwoord te geven, voorziet dit soort journalistiek in een maatschappelijke taak en behoefte die niet snel tot onrechtmatigheid zal leiden.  Dat de publicatie voor betrokkenen schadelijk kan zijn is een consequentie die voortvloeit uit de grote ruimte die in een democratische als de onze aan de vrijheid van meningsuiting via de pers toekomt.

De voorzieningenrechter komt tot oordeel dat de beweringen in het artikel voldoende steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.
LOOP heeft allereerst gesteld dat de beschuldiging dat zij in handen zou zijn gevallen van een sektarische geloofsgemeenschap, zoals de kop van het artikel luidt, onjuist is. Ja, eisers 3 en 4 zijn lid van de Christelijke Gemeente Nederland, maar het geloof speelt geen enkele rol binnen LOOP. De voorzieningenrechter laat in het midden of de Noorse broeders al dan niet als een sekte kunnen worden aangemerkt omdat in de wetenschappelijke literatuur daarover geen eenduidige definitie bestaat. De voorzieningenrechter erkent dat het woord sekte een negatieve lading in de volksmond heeft gekregen en ook in het bestreden artikel wordt het woord sekte negatief gebruikt. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat deze uitlatingen ten tijde van de publicatie voldoende steun vonden in het feitenmateriaal. Uit het beschikbare feitenmateriaal blijkt bijvoorbeeld dat eiser 4 over lopende bestuurs-en financiële zaken van LOOP, overleg heeft gevoerd met leden van de Noorse broeders.
LOOP heeft voorts gesteld dat volgens het artikel LOOP en AvP geld zouden wegsluizen naar de Noorse broeders. De voorzieningenrechter stelt dat in de door LOOP aangehaalde passage niet van het wegsluizen van geld wordt gesproken, maar dat er geldstromen tussen vanuit de brancheorganisatie en de AvP naar de Noorse broeders lopen. Uit het gepresenteerde feitenmateriaal lijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter of er geldstromen bestaan tussen LOOP en de Noorse broeders. Zo werken kinderen van leden ‘gratis’ voor LOOP en AvP waarnaar het salaris dat zij hiervoor zouden ontvangen naar de Noorse broeders gaat.
Daarnaast stelt LOOP dat in het artikel ten onrechte wordt gesuggereerd dat eisers 3 en 4 zichzelf verrijken via heimelijke financiële constructies. De voorzieningenrechter overweegt dat in het artikel niet naar voren komt dat er van een heimelijke constructie sprake is. Wel volgt uit dit artikel dat eiser 4 zichzelf voor het leven heeft benoemd als voorzitter van LOOP en hiervoor een beloning ontvangt. Dit blijkt ook uit het beschikbare feitenmateriaal.
Voorts insinueert het artikel volgens LOOP ten onrechte dat eiser 4 samen met zijn broer hoofdverdachte is in een strafrechtelijk onderzoek naar oplichting bij Rendo. Uit de door LOOP aangehaalde passage blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat niet kan worden afgeleid dat eiser 4 en zijn broer hoofdverdachte zijn, maar dat justitie hen als verdachten heeft aangemerkt. En dit vindt volgens de voorzieningenrechter voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal.
Ook insinueert het artikel volgens LOOP ten onrechte dat eiser 4 een bepaald, nog te ontwikkelen, declaratiesoftware zou willen opleggen aan bij LOOP aangesloten podologen en dat eiser 4 en de Noorse broeders hieraan veel geld zouden verdienen. Dat LOOP haar leden zou verplichten dit systeem te gebruiken volgt volgens de voorzieningenrechtervoldoende uit het beschikbare feitenmateriaal. Tevens blijkt voldoende uit het beschikbare feitenmateriaal dat via bedrijven en samenwerkingsovereenkomsten eiser 4 bij succes financiële belangen zou krijgen en dat er financiële banden zouden gaan bestaan tussen LOOP en het bedrijf dat de software mede zou ontwikkelen – een bedrijf van Noorse broeder C. – .

De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de beweringen in het gewraakte artikel voldoende steun vinden in het tot op dat moment beschikbare feitenmateriaal. De titel van het artikel is wellicht wat ongenuanceerd, maar een kop mag in zekere mate overdreven zijn.

Van belang is verder hierbij dat NRC naar het oordeel van de voorzieningenrechter aandacht heeft besteed aan een debat dat in publieke belangstelling staat en dat LOOP, AvP, eiser 3 en eiser4 aangemerkt kunnen worden als publieke figuren. Daarnaast heeft NRC voldoende mate invulling gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor. NRC heeft contact opgenomen met eiser 3 en 4 om ze in de gelegenheid te stellen hun visie te geven. Dat deze visie vervolgens zeer summier in het artikel is opgenomen doet hieraan niet af. Ook heeft NRC contact opgenomen met eiser 4 om te informeren, dat omdat hij verdachte is in een strafzaak, zijn naam in het artikel werd afgekort. Voor een volledige weergave van zijn naam was toestemming van eiser 4 nodig en die heeft hij niet gegeven. Dit is conform het stijboek van NRC en niet bedoeld om eiser 4 te criminaliseren.

IEPT20170119, Rb Overijssel, LOOP v NRC

(ECLI-versie)