Geen spoedeisend belang bij gevorderd inbreukverbod op merk DUNGS

14-08-2017 Print this page
IEPT20170124, Hof Den Haag, ITT v Karl Dungs

Geen spoedeisend belang bij vorderingen omtrent inbreuk op merk DUNGS op website www.dungs.nl nu te lang is gewacht met optreden: nadat op 9 juli 2014 duidelijk werd dat WIPO-procedure over domeinnaamgeschil niet kon worden geëffectueerd is pas op 8 maart 2016 dagvaarding in kort geding ingesteld.

 

PROCESRECHT

 

Hoger beroep in kort geding. Eiser Karl Dungs is een producent van brandersystemen en brander managementsystemen onder het merk DUNGS via de website www.dungs.com. Onder het domein www.dungs.nl is op het internet een webpagina toegankelijk die onderdeel uitmaakt van de website van gedaagde ITT. Op de webpagina worden artikelen van het merk DUNGS aangeboden. Op 6 mei 2014 is door het WIPO in een domeinnaam geschillenregeling geoordeeld dat de domeinnaam dient te worden overgedragen aan Karl Dungs. ITT c.s. hebben in de bodemprocedure betoogd dat de uitspraak in de WIPO-procedure onjuist was en dat Karl Dungs onrechtmatig jegens hen handelde dan wel ongerechtvaardigd verrijkt werd als zij zich op grond van die uitspraak de domeinnaam liet overdragen. De rechtbank heeft de vorderingen van ITT c.s. in de bodemprocedure op 16 december 2015 (IEPT20151216) afgewezen. Tegen dit vonnis loopt een hoger beroep.

 

Daar de SIDN niet meewerkt aan wijziging van een registratie waarover bij de WIPO dan wel de Nederlandse rechter een procedure met betrekking tot het houderschap van een domeinnaam aanhangig is, kan Karl Dungs de uitspraak van de WIPO op dit moment niet effectueren. Karl Dungs heeft in dit kort geding, kort gezegd en voor zover thans nog relevant, gevorderd ITT te bevelen iedere inbreuk op het Merk te staken en gestaakt te houden, met nevenvorderingen. De voorzieningenrechter (vonnis niet gepubliceerd) heeft ITT bevolen voor de duur van de bevriezing van de domeinnaam op grond van de Geschillenregeling iedere inbreuk in de Europese Unie op het Merk te staken en gestaakt te houden en niet te gebruiken voor de webpagina en/of de website, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom. Het onderhavige arrest betreft het hoger beroep tegen dit vonnis.

 

Het hof oordeelt dat met ITT dat Karl Dungs zolang heeft gewacht met het optreden tegen de gestelde inbreuk nadat haar was gebleken dat de uitspraak in de WIPO-procedure niet kon worden geeffectueerd, dat geen spoedeisend belang bij het gevorderde inbreukverbod kan worden aangenomen. Het hof overweegt dat Karl Dungs weliswaar in dit kort geding een voorziening vraagt die ertoe strekt een einde te maken aan een door haar als stelselmatige inbreuk op haar merkrechten aangemerkte handeling waarvan zij doorlopende schade stelt te ondervinden, maar die situatie was haar volgens het hof al bekend in het najaar van 2013. Dat zij toen geen inbreukverbod (in kort geding) heeft gevorderd, maar ervoor heeft gekozen staking van het gebruik van de domeinnaam te bewerkstelligen door een vordering tot in de plaats stelling als houder van de domeinnaam in te dienen bij de WIPO op grond van de Geschillenregeling, rechtvaardigt niet het verwijt dat zij niet voortvarend is opgetreden, maar toen echter op 9 juli 2014 duidelijk was dat het effectueren van die in de plaats stelling werd gefrustreerd door de door ITT c.s. uitgebrachte dagvaardingen in de bodemprocedure, heeft Karl Dungs volgens het hof geen enkele actie heeft ondernomen om staking van de voortdurende inbreuk te bewerkstelligen. Dit leidt er naar het oordeel van het hof toe dat niet kan worden aangenomen dat zij bij de onderhavige inbreukvordering in dit kort geding, ingesteld bij dagvaarding van 8 maart 2016, nog spoedeisend belang heeft.

 

Het niet gepubliceerde vonnis van de voorzieningenrechter wordt vernietigd met veroordeling van Karl Dungs in de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep.

 

IEPT20170124, Hof Den Haag, ITT v Karl Dungs

 

ECLI:NL:GHDHA:2017:2023