Tegenbewijs om schending vaststellingsovereenkomst te ontkrachten

20-02-2017 Print this page
IEPT20170201, Rb Amsterdam, Pauw v Purdey

Pauw jasje auteursrechtelijk beschermd: verzameling van elementen levert persoonlijke stempel van de maker op. Purdey jasje maakt geen inbreuk op Pauw jasje: geen overeenstemmende totaalindruk door o.a. verschillen in mouwlengte, afwerking en lengte van de jasjes. Geen slaafse nabootsing: onvoldoende invulling aan duiding van het relevante publiek. Vaststellingsovereenkomst moet zo worden uitgelegd dat op Purdey verplichting rust om op geen enkele wijze gebruik te maken van Pauw producten/ontwerpen. Onvoldoende weerlegd dat Purdey jasje geïnspireerd is door het Pauw jasje. Purdey mag tegenbewijs leveren tegen voorshands oordeel Rb dat Purdey in strijd met vaststellingsovereenkomst heeft gehandeld. Proceskostenveroordeling ingetrokken kort geding op gelijke wijze als proceskostenveroordeling in conventie: reden van intrekken kort geding niet vast te stellen.

 

AUTEURSRECHTSLAAFSE NABOOTSINGVASTSTELLINGSOVEREENKOMSTPROCESRECHT

 

Pauw en Purdey hebben een geschil gehad over beweerdelijke inbreuk op de IE-rechten van Pauw door rokken van Purdey. Na het uitbrengen van een kort geding dagvaarding in oktober 2010 heeft Purdey een onthoudingsverklaring getekend en vervolgens is het kort geding ingetrokken. Op 30 september 2011 is door Pauw een bodemdagvaarding uitgebracht, waarna na uitvoerige onderhandelingen een vaststellingsovereenkomst is gesloten. De onderhavige zaak betreft damesjasjes. In verband met het onderhavig geschil is op 18 december 2015 door Pauw een datum voor kort geding aangevraagd. Dit kort geding is op 8 januari 2016 ingetrokken. Pauw vordert nu onder meer nakoming van de vaststellingsovereenkomst en staking van inbreuk op haar auteursrecht. Het jasje van Purdey (rechter jasje) zou inbreuk maken op het jasje van Pauw (linker jasje).

 

De rechtbank oordeelt dat het Pauw jasje auteursrechtelijk beschermd is. De rechtbank stelt vast dat “dat het Pauw jasje een minimalistische, korte openvallende blazer is met een opvallende rechtopstaande, hoge kraag en een driekwart mouw. De vorm van de revers is vloeiend en niet omgeslagen. Verder is het jasje gemaakt in een zijdeglans two-tone stof waarbij de voeringstof dezelfde kleur heeft in een licht afwijkende tint.” Purdey stelt dat alle kenmerken van het jasje al jaren, al dan niet gecombineerd worden toegepast, waardoor geen sprake zou zijn van een auteursrechtelijk beschermd werk. Aangezien ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, een (oorspronkelijk) werk kan zijn in de zin van de Auteurswet, mits sprake is van een persoonlijk stempel van de maker, kan het voorgaande niet worden gevolgd. Het persoonlijk stempel van de maker is onvoldoende betwist. De rechtbank is van oordeel dat er persoonlijke creatieve keuzes zijn gemaakt en het jasje auteursrechtelijk beschermd is.

 

Er wordt echter geoordeeld dat geen sprake is van inbreuk op het auteursrecht van Pauw, omdat de totaalindrukken van de jasjes anders zijn. Hoewel aan Pauw kan worden toegegeven dat de jasjes veel van elkaar weg hebben, zijn er ook verschillen. “De mouwen bij de Purdey jasjes kennen een standaard lengte, in plaats van de driekwart mouw zoals bij Pauw. Verder heeft het Purdey jasje een ronde afwerking aan de onderzijde van het voorpand in plaats van het Pauw jasje dat een strakke rechte hoek kent. Daarbij is de lengte van het Purdey jasje langer en heeft het een paspelzak. Daarnaast heeft het Purdey jasje aan de voorkant een andere sluiting.” Er ontstaat daarom een ander, minder minimalistisch en minder strak, uiterlijk bij het Purdey jasje. Ook het beroep op slaafse nabootsing faalt: pauw heeft onvoldoende invulling aan de duiding van het relevante publiek gegeven.

 

De vaststellingovereenkomst moet volgens de rechtbank zo worden uitgelegd dat op Purdey de verplichting rust om op geen enkele wijze gebruik te maken van de Pauw producten of ontwerpen. De Overeenkomst is tussen partijen opgesteld naar aanleiding van een geschil tussen partijen waarin Purdey uiteindelijk inbreuken op het auteursrecht van Pauw heeft erkend en partijen hebben kennelijk een regeling willen treffen om  in de toekomst dergelijke geschillen te voorkomen. Purdey heeft ook een expliciete toezegging gedaan om de Pauw collectie niet als inspiratiebron te gebruiken. De rechtbank oordeelt vervolgens dat onvoldoende is weerlegd dat het Purdey jasje is geïnspireerd door het  Pauw jasje. De jasjes hebben veel van elkaar weg en Purdey heeft erkend eerder inbreuk te hebben gemaakt. De rechtbank oordeelt voorshands dat Purdey in strijd met de vaststellingsovereenkomst heeft gehandeld, maar Purdey wordt toegelaten om tegenbewijs te leveren.

 

De rechtbank overweegt met betrekking tot de proceskostenveroordeling voor het ingetrokken kort geding dat deze op gelijke wijze als de proceskostenveroordeling in conventie moet worden veroordeeld. Er kan namelijk niet worden vastgesteld wat de reden is waarom de verkoop van de jasjes in aanloop van het kort geding is gestaakt.

 

IEPT20170201, Rb Amsterdam, Pauw v Purdey

 

(ECLI-versie)