Onvoldoende onderbouwd dat licentie aanbod UMTS- en LTE-standaarden niet FRAND is

20-02-2017 Print this page
IEPT20170208, Rb Den Haag, Archos v Philips

Onvoldoende onderbouwd dat aanbod Philips t.a.v. octrooien die essentieel zijn voor UMTS- en LTE-standaarden niet FRAND is: onvoldoende onderbouwd dat Philips niet voor onderhandelingen openstond, geen ontoelaatbare “royalty stacking”, dat royalty niet gebaseerd is op SSPPU-prijs, maar op prijs gehele mobiele telefoon doet niet af aan FRANDheid aanbod Philips en geen “patent holdup”.

 

OCTROOIRECHT

 

Philips is houdster van octrooien die zij essentieel acht voor de technische standaarden UMTS (3G) en LTE (4G) voor mobiele communicatie. Archos verkoopt mobiele communicatie-apparaten die volgens Philips inbreuk maken op haar UMTS/LTE-octrooien. Philips is inbreukprocedures gestart bij deze rechtbank ter zake haar octrooien EP 1 440 525, EP 1 685 659 en EP 1 623 511. Daarnaast is Philips inbreukprocedures jegens Archos gestart in Duitsland en Frankrijk. Philips heeft ten aanzien van deze octrooien aangegeven dat ze FRAND konden worden gelicentieerd. De besprekingen leidden uiteindelijk tot niets. Archos vordert nu een verklaring voor recht dat de voorwaarden die Philips aan Archos heeft aangeboden niet FRAND zijn. De vorderingen worden afgewezen.

 

De rechtbank oordeelt dat onvoldoende onderbouwd is dat het aanbod van Philips niet FRAND is. Volgens Archos stond Philips niet open voor onderhandelingen over het royalty-bedrag. Uit het feit dat er meerdere besprekingen zijn geweest en uit de overgelegde correspondentie komt geen ander beeld naar voren dan dat er bij een reëel tegenaanbod of onderhandelingsincentive van de zijde van Archos, over alle aspecten van het aanbod van Philips onderhandeld kon worden. Daarnaast wordt de Huawei/ZTE zaak in aanmerking genomen (IEPT20150716). In deze zaak legde het HvJEU het initiatief voor een licentie bij de gebruiker van de standaard en niet zozeer bij de SEP-houder. Philips nam in overeenstemming met die uitspraak het initiatief met haar aanbod van 28 juli 2015, maar dit leidde tot niets.

 

Voorts wordt overwogen dat geen sprake is van ontoelaatbare “royalty stacking”. Archos is met haar betoog uitgegaan van een onvoldoende onderbouwd (laag) aandeel van Philips in de UMTS SEP-portfolio dat een factor tien scheelt met de op basis van accuratere octrooigegevens door Philips uitgevoerde analyse. Ook is onvoldoende onderbouwd dat de door Philips berekende royalty druk voor UMTS ondraaglijk of buiten proportie zou zijn.

 

Dat royalty niet gebaseerd is op SSPPU (Smallest Saleable Patent-Practising Unit -prijs, maar op prijs gehele mobiele telefoon doet niet af aan FRANDheid aanbod Philips. Volgens de rechtbank is voor beide standpunten iets te zeggen. Het beroep van Archos op het zogenaamde “patent holdup” faalt. Pas wanneer de aangeboden (alsmede de uiteindelijk gesloten) licentie niet FRAND zou zijn, zou kunnen worden aangenomen dat er mogelijk sprake is van een situatie van hold-up.

 

IEPT20170208, Rb Den Haag, Archos v Philips

 

(ECLI-versie)