Toch uitputting ondanks gebrek aan toestemming andere deelgenoot

21-02-2017 Print this page
IEPT20170208, Rb Den Haag, Tower Living v DKW

Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht op Kolony-meubels behoort toe aan [A] en [X] gezamenlijk en door een rechthebbende [X] in het verkeer gebracht: Daan-collectie door [A] en [X] gezamenlijk ontwikkeld en geen andersluidende afspraken. Ook bij afwezigheid specifieke afspraak toestemming van [A] nodig voor levering Kolony-meubels: beoordeeld naar Nederlands recht geschiedt beheer gemeenschappelijke rechten uitsluitend door deelgenoten tezamen. Impliciete toestemming wordt geacht te zijn gegeven, wanneer sprake is van economische verbondenheid tussen de houder van het recht en degene die de voorwerpen in het verkeer heeft gebracht. [X] en [A] economisch verbonden. Kolony-meubels die door [X] in verkeer zijn gebracht uitgeput: niet naleven beheersovereenkomst heeft geen derdenwerking. Reconventie: Niet-ingeschreven modelrecht geldig: Daan-collectie is nieuw en heeft eigen karakter.

 

MODELRECHT - AUTEURSRECHT

 

Tower Living is een groothandel in meubel- en interieurproducten en [A] is de directeur van het bedrijf. [B] is enig aandeelhouder van Kolony, een groothandel in woonaccessoires en decoratieartikelen. DKW is een (webwinkel) in meubels en woondecoraties en de echtgenote van [B] is enig aandeelhouder van DKW. [X] is een Indonesische vennootschap die meubels produceert en verhandelt. [X] en [A] hebben de zogenaamde Daan-collectie gezamenlijk ontwikkeld en zijn overeengekomen dat zij samen auteursrechthebbende zijn op de collectie. De Daan-collectie is door Tower Living voor het eerst in het najaar van 2014 op de Nederlandse markt gepresenteerd. In het najaar van 2015 kwam Tower Living erachter dat DKW (een niet door [A] en Tower Living, hierna ook [A c.s.]) geautoriseerde verkoper in Nederland werd aangeboden. Tussen [A] en Tower Living enerzijds en [B] en DKW (hierna ook: [B c.s.]anderzijds is later op 23 november 2015 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Volgens  [A c.s.] heeft [B c.s.] de vaststellingsovereenkomst geschonden, omdat door [X] meubels aan haar zijn geleverd (hierna: de Kolony-meubels). In reconventie vordert [B c.s.] dat de door [A c.s.] gepretendeerde niet-geregistreerde Gemeenschapsmodellen op de meubels van de Daan-collectie nietig zijn.

 

De rechtbank oordeelt dat het niet-ingeschreven modelrecht op de Kolony-meubels aan [X] en [A] gezamenlijk toebehoort. Het is niet in geschil dat [X] de meubels in de EER in het verkeer heeft genracht en mede-auteursrechthebbende is. Hoewel in deze procedure niet aan de orde is gekomen of het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht eveneens aan [X] en [A] gezamenlijk toebehoort, volgt uit het feit dat [A] en [X] de Daan-collectie gezamenlijk hebben ontwikkeld en bij het ontbreken van andersluidende afspraken, uit artikel 14(2) GModV dat het modelrecht hun gezamenlijk toekomt. De meubels zijn daarom door een rechthebbende in de EER in het verkeer gebracht. Vervolgens wordt overwogen dat ook bij afwezigheid van een specifieke afspraak de toestemming van [A] nodig was voor de levering van de Kolony-meubels. De vraag of toestemming nodig is wordt namelijk op grond van artikel 27 GModV beoordeeld naar Nederlands recht. Krachtens artikel 3:170(2) BW geschied het beheer van gemeenschappelijke rechten bij het ontbreken van een specifieke wettelijke regeling of andersluidende overeenkomst uitsluitend door deelgenoten tezamen.

 

Als sprake van is economische verbondenheid tussen de houder van het recht en degene die de voorwerpen in het verkeer heeft gebracht moet blijkens de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU impliciete toestemming geacht te zijn gegeven. In casu is sprake van economische verbondenheid tussen [X] en [A]. Nu de Kolony-meubels door [X] in verkeer zijn gebracht is sprake van uitputting, aangezien geen omstandigheden zijn gesteld die tot een ander oordeel leiden. Het niet naleven van de beheersovereenkomst heeft geen derdenwerking. Nu sprake is van uitputting is geen sprake van schending van de vaststellingsovereenkomst.

 

In reconventie wordt geoordeeld dat het niet-ingeschreven modelrecht op de Daan-collectie geldig is. Er is sprake van nieuwheid en eigen karakter. Ook is de Daan-collectie auteursrechtelijk beschermd volgens de rechtbank, omdat sprake is van een eigen persoonlijk kraker, waarin het persoonlijke stempel van de maker tot uitdrukking komt. De vaststellingsovereenkomst houdt in reconventie stand.

 

De proceskostenveroordeling in conventie ex artikel 1019h Rv wordt gematigd van € 33.378,05 tot € 8000, omdat na de betwisting van de kosten door [A c.s.] geen toelichting voor de substantiële overschrijding van de indicatietarieven is gegeven. In reconventie wordt [B c.s.] in de proceskosten van [A c.s.] van € 14.544,43 veroordeeld.

 

IEPT20170208, Rb Den Haag, Tower Living v DKW
 

(ECLI-versie)