Deurwaarder mag vzgr benaderen voor opheldering onduidelijkheden en afstemming praktische vragen beslag

10-03-2017 Print this page
IEPT20170208, Rb Rotterdam, Heraeus v Biomet

Beschikking voorzieningenrechter van 6 december 2016 aan te merken als eindbeschikking. De vraag of in casu sprake is van een formeel kader. Voor zover sprake is van formeel kader is de vraag voor welke vragen of verzoeken deurwaarder voorzieningenrechter mag benaderen. Opheldering over onduidelijkheden en afstemming over praktische vragen mogelijk. Indien verzoek deurwaarder als aanvulling op beslagrekest moet worden gezien in situatie waarop beschikking niet voorziet, is omdat eindbeschikking is gewezen sprake van nieuw verzoek. Deurwaarder niet bevoegd tot het doen van een dergelijk verzoek. Voor verzoeken deurwaarder tot mogen aanstellen SAP-expert was formeel juridisch kader nodig dat er niet is. Verzoeken Biomet afgewezen. Bevriezingsbevel opgeheven.

 

PROCESRECHT

 

Beschikking. Op 6 december 2016 is door de voorzieningenrechter een beschikking gewezen. De beschikking bevat de overweging “Indien zich tijdens de beslaglegging situaties voordoen waarin met deze beschikking niet wordt voorzien, kan de beslag leggende deurwaarder zich met de voorzieningenrechter, of bij diens afwezigheid met een andere voorzieningenrechter, verstaan en kunnen zo nodig nadere voorzieningen worden getroffen.” Later is de voorzieningenrechter meerdere malen benaderd via telefoon en e-mail door de deurwaarders en door Biomet. In deze zaak speelt nu de vraag wat de grondslag, het formele kader, voor de vragen en verzoeken van de deurwaarder is.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat de beschikking van 6 december 2016 als een eindbeschikking is aan te merken, waardoor het de vraag is of er in casu sprake is van een formele grondslag voor overweging 2.6 en nadere beslissingen van de voorzieningenrechter. Een eindbeschikking biedt immers geen ruimte voor het geven van een of meer nieuwe beschikkingen in dezelfde zaak, die zaak is immers afgedaan. In het Molenbeek-arrest (IEPT2010913) heeft de Hoge Raad echter opgemerkt dat de  voorzieningenrechter, die zitting houdt op alle dagen en uren, bij problemen – wat op het eerste gezicht iets anders lijkt dan situaties waarin de beschikking niet voorziet – op zeer korte termijn benaderd moet kunnen worden. Het is echter niet duidelijk welk formele kader de Hoge Raad hier bedoeld heeft en wie de voorzieningenrechter daartoe kan benaderen.

 

Voor zover in casu sprake is van een formeel kader rijst de vraag voor welke vragen of verzoeken de deurwaarder de voorzieningenrechter mag benaderen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat opheldering over onduidelijkheden en afstemming over praktische vragen mogelijk is en dat het Molenbeek-arrest zich daar niet tegen verzet. Indien een verzoek deurwaarder echter als aanvulling op beslagrekest moet worden gezien in een situatie waarop de beschikking niet voorziet, is omdat eindbeschikking is gewezen sprake van een nieuw verzoek. De deurwaarder is niet bevoegd tot het doen van een dergelijk verzoek, dat namelijk door de advocaat van verzoekster zal moeten worden ingediend. Voor de verzoeken van de deurwaarder tot het mogen aanstellen van een SAP-expert was een formeel juridisch kader nodig dat er niet is en de voorzieningenrechter verklaart zich dan ook onbevoegd om van deze verzoeken kennis te nemen. Ook de verzoeken van Biomet worden afgewezen, omdat de beschikking daarvoor geen ruimte bood, nu enkel de deurwaarder de mogelijkheid geboden werd om zich met de voorzieningenrechter te verstaan. Het bevriezingsbevel wordt opgeheven. In de herstelbeschikking van 9 februari 2017 (IEPT20170209) wordt het dictum verbeterd in de zin van dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.

 

IEPT20170208, Rb Rotterdam, Heraeus v Biomet

ECLI:NL:RBROT:2017:1029

IEPT20170209, Rb Rotterdam, Heraeus v Biomet
ECLI:NL:RBROT:2017:1029