Buma niet toerekenbaar tekort geschoten in nakoming exploitatieovereenkomst met Van Katwijk

22-02-2017 Print this page
IEPT20170214, Hof Amsterdam, Buma v Van Katwijk
(Met dank aan Marijn Kingma, Höcker Advocaten)

Buma heeft bij uitkeringen over periode 2008-2011 haar 

inspanningsverplichting jegens tekstschrijver/componist Van Katwijk niet geschonden door  af te gaan op setlijsten Froger: getuigenverklaringen bieden geen zodanige aanwijzingen dat setlijsten op het punt van het aantal ten gehore gebrachte door Van Katwijk geschreven nummers niet klopten dat van Buma nader onderzoek kon worden verlangd. Buma heeft zich voldoende ingespannen om informatie te vergaren over mogelijk niet bij haar aangemelde optredens Froger.

 

AUTEURSRECHT

 

Hoger beroep tegen de vonnissen van 11 februari 2015 (IEPT20150211) en 20 mei 2015 (IEPT20150520). De gevorderde verklaring voor recht dat Buma toerekenbaar tekort is geschoten in haar inspanningsverplichting en daarmee in de nakoming van de met Van Katwijk gesloten exploitatieovereenkomst en de veroordeling tot vergoeding door Van Katwijk van de hierdoor geleden schade werden in enigszins gewijzigde vorm) toegewezen. De vonnissen worden vernietigd.

 

Nu tegen het oordeel van de rechtbank dat Van Katwijk te laat heeft geklaagd over de vergoedingen over de periode 2005 t/m 2007 niet is bestreden, gaat het hof ervan uit dat eventuele aanspraken van Van Katwijk over deze periode zijn vervallen. Over de gelden in de periode 2008-2011 wordt overwogen dat deze uiteindelijk zijn gebaseerd op setlijsten die door haar bij Froger zijn opgevraagd en waarop was vermeld dat per concert steeds drie door Van Katwijk geschreven nummers ten gehore werden gebracht. Het hof is van oordeel dat Buma op de setlijsten mocht afgaan en dat er geen sprake is van grove schuld en/of opzet in de zin van artikel 5(4) van de exploitatieovereenkomst.

 

Het hof overweegt dat artikel 5(3) van het repartitiereglement ruimte laat voor een beleidsmatige afweging, dat de middelen van Buma beperkt zijn en er bij de vraag welke maatregelen zij moet nemen om informatie ten behoeve van de repartitie te vergaren budgettaire aspecten een rol spelen. Voorts wordt overwogen dat Buma tot 2011 werkte met setlijsten en indien deze niet werden ontvangen werd gewerkt met een zogenoemd referentierepertoire. Hierdoor kon in redelijkheid niet worden verlangd dat zij naar aanleiding van de door Huydts en Froger  afgelegde getuigenverklaringen nog verder onderzoek zou doen naar het in de periode 2007-2011 ten gehore gebrachte repertoire. Uit die getuigenverklaringen kan niet worden opgemaakt dat het (gemiddeld) aantal keer dat nummer van Van Katwijk ten gehore zijn gebracht hoger lag dan het aantal waarvan Buma in 2012 was uitgegaan, waardoor niet van Buma kon worden verlang dat zij nader onderzoek deed naar het repertoire van Froger in de periode 2008-2011.

 

Het hof is voorts van oordeel dat onvoldoende grond bestaat om aan te nemen dat Buma jegens Van Katwijk toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van een uit de exploitatieovereenkomst voortvloeiende (inspannings)verplichting, laat staan dat Buma ter zake grove schuld of opzet verweten kan worden. Het staat namelijk vast dat naar aanleiding van de in april 2011 door Van Katwijk in gediende klacht Buma Froger heeft benaderd en in rechte heeft betrokken en vervolgens in april en september 2012 van hem speellijsten heeft ontvangen en dat zij mede op basis daarvan in 2012 tot het doen van nadere uitkeringen is overgegaan.

 

IEPT20170214, Hof Amsterdam, Buma v Van Katwijk

 

Lees het arrest hier.