Verwarringsgevaar tussen IWEAR en INWEAR voor kleding

12-04-2017 Print this page
IEPT20170307, GEU, Lauritzen Holding v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen oppositie tegen het nieuwe uniewoordmerk IWEAR voor  waren uit de klasse 18, 25 en 28 (lederwaren, kleding en sportspullen). De oppositie werd ingesteld door IC Companys op basis van het eerdere uniewoordmerk INWEAR voor waren uit de klasse 18 en 25 (lederwaren en kleding).

Het beroep faalt. Het Gerecht bepaalt dat de merken een hoge mate van visuele en fonetische gelijkheid hebben, en dat de conceptuele gelijkheid voor het Engelssprekende publiek hoog is en voor het niet Engelssprekende publiek niet relevant, omdat zij geen betekenis hechten aan de woordmerken. Het argument van verzoeker dat het verschil tussen IN en I groot is op fonetisch gebied omdat de nadruk op het begin van het woord ligt kan hieraan geen afbreuk doen. Het Gerecht bepaalt dat er een verwarringsgevaar is. Het nieuwe woordmerk mag niet worden ingeschreven.

 

“33 In the light of the foregoing, it must be held, first, that the signs at issue have a high degree of visual and phonetic similarity and, second, that, in respect of the conceptual similarity, either they may not be distinguished because they have no particular meaning for the non-English-speaking public, or they have a certain conceptual similarity for the English-speaking public.”

 

Lees het vonnis hier.