Vorderingen in kort geding afgewezen hoewel inbreuk aannemelijk is

21-03-2017 Print this page
IEPT20170310, Rb Amsterdam, FSEL v Verum
(Met dank aan Susan Kaak en Giannina Leander, Ventoux)

Vzgr Amsterdam bevoegd: escrowovereenkomst mb.t. gestelde inbreukmakende software aangegaan met Softcrow te Amsterdam, waardoor schadebrengende feit zich daar voordoet. Aannemelijk dat rechten op server-exemplaar FDR 2 vermoedelijk zijn uitgeput, waardoor eigen gebruik hiervan door Verum geen inbreuk maakt op rechten FSEL. Wel aanwijzingen dat Verum inbreuk maakt op auteursrecht FSEL door FDR 2 in haar software ASD/Dezyne ten behoeve van derden te gebruiken en exploiteren. Aannemelijk dat de rechten met betrekking tot de broncode van Verum Oud niet op Verum zijn overgegaan. Onvoldoende concreet gevaar dat de broncode met derden is of zal worden gedeeld door Verum. Hoewel inbreuk auteursrecht aannemelijk is worden de vorderingen vanwege grote belangen Verum dat niet zonder FDR kan functioneren afgewezen. Opheffing beslag afgewezen.

 

PROCESRECHT - AUTEURSRECHT

 

Kort geding. Formal Systems (FSEL) heeft de software Failures-Divergences Refinement (hierna: FDR) ontwikkeld, dat wordt gebruikt als instrument om nieuw ontwikkelde computerprogramma’s te analyseren en verbeteren voorafgaand aan de implementatie. Het gaat in dit geding om versie 2.83 van FDR en de door de Universiteit van Oxford ontwikkelde versie FDR 2.94, die gezamenlijk als FDR 2 worden aangeduid door de voorzieningenrechter. Verum Holding B.V. en Verum Software Technologies B.V (hierna ook wel gezamenlijk: Verum Oud) hebben vanaf 2008 van FSEL licenties afgenomen voor FDR 2. Bij de licentieovereenkomst van 2011 heeft Verum Holding B.V. het recht gekregen om FDR 2.83 te distribueren, openbaar te maken en te bewerken. Daartoe zijn aan Verum Holding B.V. zogenoemde Server Licences en Client Access Licences (CAL Licences) verstrekt, zodat klanten van Verum Oud toegang konden krijgen tot FDR 2.83. Verum Holding heeft op grond van de licentieovereenkomst van FSEL toegang verkregen tot de broncode van FDR 2.83 en het recht verkregen om de broncode geheel of gedeeltelijk te bewerken en/of te integreren in haar producten (Source Licence). Bij Dienstverleningsovereenkomst 2013 heeft Verum Software Technologies B.V. van de Universiteit van Oxford het recht verkregen om FDR 2.94 te distribueren en te gebruiken voor intern onderzoek. In totaal heeft Verum Oud 129 licenties van FSEL gekregen. Verum Oud is in december 2013 failliet verklaard, waarna in januari 2014 Verum Software Tools B.V. is opgericht. Verum exploiteert de software pakketten ASD en Dezyne, welke naast andere componenten gebruik maken van FDR 2 om de gegenereerde CSP_M modellen te verifiëren. Hiervoor wordt via internet een koppeling gemaakt met de servers van Verum waarop FDR 2 draait. Om haar afnemers te garanderen dat zij te allen tijde gebruik kunnen blijven maken van de functionaliteit van ASD en Dezyne, heeft Verum met Softcrow een escrowovereenkomst gesloten, waarbij ASD en Dezyne in escrow zijn gegeven. Bij overeenkomst van 15 januari 2014 heeft de curator in het faillissement van Verum Oud aan Verum Software Tools B.V. kort gezegd de IE-rechten m.b.t. de licenties van FSEL en University of Oxford verkocht. Op 21 juli 2016 is door FSEL conservatoir beslag tot afgifte en levering laten leggen onder Softcrow B.V. op broncode van Verum en de escrowovereenkomst. FSEL vordert nu onder meer een inbreukverbod.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat zij op grond van artikel 102 Rv bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Hierbij is van belang dat Verum Software Tools B.V. met Softcrow  dat in Amsterdam is gevestigd een escrowovereenkomst is aangegaan m.b.t. ASD en Dezyne. Nu deze software in escrow zijn gegeven aan een in Amsterdam gevestigde onderneming en ASD en Dezyne FDR 2 software bevatten waarvan FSEL auteursrechthebbende is, kan er vanuit worden gegaan dat gegevens van FSEL bij Softcrow zijn terechtgekomen, waardoor het schadebrengende feit zich voordoet in Amsterdam.

 

Tussen partijen staat vast dat FSEL het auteursrecht op het computerprogramma FDR 2 heeft. FSEL betwist niet dat haar auteursrecht op het server-exemplaar van FDR 2 in principe is uitgeput, maar doet een beroep op het Ranks-arrest (IEPT20161012). Dit beroep gaat niet op, omdat Verum Oud failliet is en uit niets blijkt dat kopieën van de software zijn achtergebleven die onbruikbaar gemaakt hadden moeten worden, of door de curator (ook) aan anderen dan Verum zijn overgedragen. Nu aannemelijk is dat de rechten op het server-exemplaar van FDR 2 vermoedelijk zijn uitgeput, kon de curator van Verum Oud ingevolge het UsedSoft-arrest (IEPT20120703) die server-kopie zonder medewerking van FSEL aan Verum overdragen en mag Verum in beginsel zonder toestemming van FSEL daarvan gebruik maken. Het is echter de vraag of dit betekent dat Verum ook het recht heeft verkregen om gebruikers toegang te geven tot FDR 2 op haar server, zoals FSEL aan Verum Oud voor een beperkt aantal gebruikers toestond. Of dit ook opgaat indien meer dan 129 ASD-gebruikers van FDR gebruik maken is voorshands onduidelijk. Er zijn wel aanwijzingen dat mogelijk wel inbreuk wordt gemaakt op het recht van FSEL door FDR 2 in haar software ASD/Dezyne ten behoeve van derden te gebruiken en exploiteren.

 

Voorshands is ook aannemelijk dat de rechten met betrekking tot de broncode van Verum Oud niet op Verum zijn overgegaan. Dat had alleen door contractoverneming gekund, maar de vereiste medewerking is niet verleend. Verum houdt de broncode dus zonder recht of titel onder zich en voor zover er gebruik van wordt gemaakt is dat onrechtmatig. Volgens Verum is het technisch onmogelijk op dit moment de broncode aan FSEL terug te geven, omdat die is verwerkt in talloze server-backups. Het is volgens de voorzieningenrechter niet gebleken dat Verum daartoe wel in staat zou zijn. Het is voorshands is ook niet aannemelijk dat Verum ook de broncode van FDR 2 aan Softcrow heeft afgegeven. Dit wordt door Verum betwist, hetgeen door een verklaring van een medewerker wordt ondersteund. Het risico dat Verum de broncode, althans daaruit af te leiden gevoelige informatie over FDR 2, ook zal delen of heeft gedeeld met TU Eindhoven is onvoldoende aannemelijk. Dit, gezien een verklaring van Prof. [G] die stelt dat geen CSP wordt gebruikt en de auteursrechten van FSEL worden gerespecteerd. Er is daarom onvoldoende concreet gevaar dat de broncode met derden is of zal worden gedeeld en het is niet duidelijk dat Verum technisch in staat is de broncode op dit moment terug te geven, waardoor geen aanleiding is op dit punt een voorziening te treffen.

 

De voorzieningenrechter overweegt vervolgens dat het belang van Verum bij voortzetting van het huidig gebruik FDR 2 als onderdeel van haar software ASD/Dezyne groot zijn. Het is voldoende aannemelijk dat de software van Verum zonder FDR niet kan functioneren. Een verbod zou Verum direct in haar bedrijfsvoering treffen en grotendeels out of business plaatsen. Hier wegen de belangen van FSEL volgens de voorzieningenrechter niet tegen op. Die zien nog slechts op het niet afdragen van inkomsten uit de exploitatie van FDR 2 door Verum. Welk bedrag FSEL concreet misloopt is nog onvoldoende onduidelijk.

 

Hoewel er voorshands aanwijzingen zijn dat Verum inbreuk maakt op het auteursrecht van FSEL, worden de vorderingen van FSEL,  gelet op de grote belangen van Verum, niet toegewezen. Omdat partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd. De reconventionele vordering tot opheffing van het beslag wordt afgewezen, omdat summierlijk is gebleken van de deugdelijkheid van het ingeroepen recht.

 

IEPT20170310, Rb Amsterdam, FSEL v Verum

 

ECLI:NL:RBAMS:2017:3638