Uniemerk MAXIFLEX niet ingeburgerd

06-04-2017 Print this page
IEPT20170405, Rb Den Haag, Majestic v ATG
(Met dank aan Martin Hemmer, Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht , AKD)

ATG niet geslaagd in bewijsopdracht dat merk MAXIFLEX is ingeburgerd: uiteindelijk 71 respondenten gereageerd op marktonderzoek, bij vragen gericht op spontane herkenning door respondenten geen verband gelegd met ATG en slechts 23 van de 71 respondenten leggen bij geholpen herkenning verband tussen ATG en/of Intersafe/Groeneveld als onderneming waarvan veiligheidshandschoenen met aanduiding MAXIFLEX afkomstig zijn. Overgelegde verkoopcijfers onvoldoende voor inburgering.

 

MERKENRECHT

 

Vervolg op de tussenvonnissen van 8 juli 2015 en 20 april 2016 (IEPT20160420). In het laatste tussenvonnis werd geoordeeld dat het Uniemerk “MAXIFLEX” beschrijvend voor veiligheidshandschoenen is en dat geen sprake was van inburgering. ATG kreeg de gelegenheid te bewijzen dat “MAXIFLEX” vóór 27 oktober 2010 (het moment dat Majestic de nietigheidsvordering heeft ingesteld) ingeburgerd was.

 

De rechtbank oordeelt dat ATG niet is geslaagd in de bewijsopdracht. Het door haar overgelegde onderzoek, betrof uiteindelijk 71 respondenten die vragen over MAXIFLEX hebben beantwoordt, hetgeen volgens de rechtbank cijfermatig niet erg betrouwbaar is, nog daargelaten of de door ATG zelf gegeven definitie van het relevante publiek juist is. Daarnaast wordt geconstateerd dat géén van de respondenten bij de vragen die gericht waren op spontane herkenning het woord MAXIFLEX direct in verband heeft gebracht met ATG. Bij de daaropvolgende geholpen herkenning noemen slechts 23 van de 71 respondenten enkel ATG en/of Intersafe/Groeneveld als onderneming van welke veiligheidshandschoenen met de aanduiding MAXIFLEX afkomstig zijn. Ook de overgelegde verkoopcijfers zijn onvoldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is van inburgering, ook in combinatie met het marktonderzoek. Het Uniemerk MAXIFLEX heeft dus geen onderscheidend vermogen en heeft dit ook niet door inburgering verkregen.

 

IEPT20170405, Rb Den Haag, Majestic v ATG

ECLI:NL:RBDHA:2017:3544