Aspo niet geslaagd in bewijs van uitputting schoenen. Vordering tot vernietiging schoenen toegewezen, maar niet uitvoerbaar bij voorraad. Schadevergoeding per paar schoen vastgesteld op € 10.
Vervolg op het arrest van 22 september 2015 (IEPT20150922). Zie ook de eerdere arresten van 24 juni 2014 (IEPT20140624) en 22 oktober 2013 (IEPT20131022). Hoger beroep tegen het vonnis van 19 oktober 2011 (IEPT20111019). In het arrest van 22 september 2015 kreeg Aspo de bewijsopdracht om de uitputting van de schoenen te bewijzen.
Het hof oordeelt dat Aspo hier niet in is geslaagd. Hoewel het allemaal op elkaar lijkt aan te sluiten blijken er volgens het hof hiaten in de hele keten te zitten en onduidelijkheden te bestaan waarover geen uitsluitsel is verkregen. Er is sprake van administratieve verantwoording, maar geen enkele duidelijkheid gegeven over de feitelijke route van de schoenen. Slechts over het laatste stukje is iets bekend: de schoenen zouden worden afgeleverd bij Ebrex. Maar waar die schoenen - feitelijk - vandaan kwamen is onbekend. Ook wordt opgemerkt dat het in zaken als de onderhavige vrijwel per definitie gaat om zaken welke de betrokkenen bij voorkeur verborgen houden.
De gevorderde vernietiging van de schoenen wordt toegewezen, maar niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Converse vordert een schadevergoeding van € 50, maar het hof stelt de schadevergoeding vast op € 10, gelet op de inkoop- en verkoopprijzen die door Aspo en Dieseel zouden zijn gehanteerd.
IEPT20170411, Hof Den Bosch, Converse v Aspo
