Octrooien voor bedrag van € 80.000 aan verzoeker toebedeeld

08-06-2017 Print this page
IEPT20170503, Rb Den Haag, Ceraglass

Geen gezamenlijk pandrecht verzoeker en Va Banque op octrooien voor knikkers met een figuurtje: tekst van in geding gebrachte akte van verpanding vermeldt ter zake de verpanding aan (onder meer) Va Banque dat “de octrooien tevens [zijn] verpand aan [verzoeker]”, maar spreekt niet over gezamenlijk pand en geen gezamenlijke lening. Octrooien dienen aan verzoeker te worden toebedeeld voor bedrag van € 80.000: gelijk aan in veiling voor de octrooien geboden bedrag van € 80.000. Va Banque mag pandrecht een jaar lang niet gebruiken: er vanuit te gaan dat pandrecht teniet is gegaan door verjaring vorderingsrecht waartoe pandrecht tot zekerheid strekt. Registratie pandrecht MCM Holding moet ongedaan worden gemaakt: pandrecht verzoeker is hoger in rang.

 

IE-GOEDERENRECHT

 

Beschikking. In april 2001 heeft verzoeker een bedrag van NLG 500.000,- geleend aan Sulphide. De lening diende volgens die overeenkomst op 31 december 2002 aan verzoeker te worden terugbetaald, hetgeen niet is gebeurd. Sulphide werkte ten tijde van het tot stand komen van deze overeenkomst van geldlening samen met Ceramtrade. Ceramtrade was houder van een Nederlands octrooi geregistreerd onder nummer 1017444 en Sulphide was houder van een Nederlands octrooi geregistreerd onder nummer 1017697. Beide octrooien zien op een methode voor het produceren van een knikker met daarin een figuurtje. Omdat voor de exploitatie van de Octrooien nieuwe investeringen nodig waren is in 2008 aanvullende financiering verkregen van Arcona en VA Banque. Ter zekerheid van de nakoming van de terugbetalingsverplichtingen verkregen zowel verzoeker als VA Banque en Arcona (pro rato naar hun vordering) een pandrecht op de Octrooien. Bij de totstandkoming van deze aanvullende financiering werd vastgesteld dat de vordering van verzoeker op Sulphide inclusief rente op dat moment € 570.171,- bedroeg, hetgeen is neergelegd in de overeenkomst tot verpanding van 17 juni 2008. Op 16 november 2011 hebben Sulphide en Ceramtrade de Octrooien overgedragen aan Ceraglass, onder de verplichting de schuld aan verzoeker, VA Banque en Arcona van in totaal € 670.171,- te voldoen. Verzoeker heeft sinds juni 2015 diverse malen verzocht om terugbetaling van zijn lening. Ceraglass heeft tot op heden geen aflossingen op de lening van verzoeker verricht. In een eerdere procedure vorderde verzoeker onder meer dat de octrooien op  zijn naam worden gezet onder bepaling dat zijn vordering ter zake de geldlening zou zijn gekweten. De vorderingen werden afgewezen, omdat de waarde van de octrooien niet vast was komen te staan, zie IEPT20160218.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat geen sprake is van een gezamenlijk pandrecht van verzoeker en Va Banque op de octrooien. Uitwinning van het pandrecht op instigatie van alleen verzoeker is dus mogelijk en zo ook toedeling van de octrooien aan hem volgens artikel 3:251 BW. De octrooien dienen aan verzoeker te worden toebedeeld voor een bedrag van € 80.000, hetgeen gelijk is aan het bedrag dat in een veiling die door verzoeker was geïnstigeerd voor de octrooien is geboden. Vervolgens wordt geoordeeld dat Va Banque haar pandrecht een jaar lang niet mag gebruiken. Hoewel Va Banque de door verzoeker gestelde verjaring niet erkent heeft zij ook niet gesteld dat de verjaring op enige wijze gestuit zou zijn. De gevorderde niet-uitoefening van het pandrecht is daarom toewijsbaar. Het pandrecht van MCM Holding moet ongedaan worden gemaakt, omdat het pandrecht van verzoeker hoger in rang is.

IEPT20170503, Rb Den Haag, Ceraglass

ECLI:NL:RBDHA:2017:4621