Smaak Heksenkaas niet auteursrechtelijk beschermd

04-05-2017 Print this page
IEPT20170503, Rb Den Haag, Levola v EFC
(Met dank aan Helen Maatjes, The Legal Group)

Smaak Heksenkaas kan niet worden aangemerkt als werk: vraag of auteursrecht op smaak mogelijk is naar analogie van HR  Lancôme/Kecofa (IEPT20060616) blijft onbeantwoord, onvoldoende weerlegd dat ingrediënten banale dan wel triviale ingrediënten zijn om toe te voegen aan roomkaas, onvoldoende onderbouwd dat combinatie van deze ingrediënten smaak oplevert die van creatieve keuzes getuigt.

 


AUTEURSRECHT

 

Eiser Levola produceert en verhandelt levensmiddelen waaronder het roomkaas-product Heksenkaas. Gedaagde EFC brengt onder de naam ‘Magic Cheese’ ook een roomkaas-product op de markt. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (IEPT20150113) heeft eerder een conservatoir bewijsbeslag toegewezen betreffende bescheiden die informatie bevatten over de totstandkoming van (de smaak van) Magic Cheese. Volgens Levola heeft zij auteursrecht op de smaak van Heksenkaas en is de smaak van Magic Cheese identiek - althans naar totaalindruk overeenstemmend - aan die van Heksenkaas, waardoor sprake is van inbreuk.

 

Levola heeft eerder al een procedure ingesteld tegen de producent van Witte Wievenkaas op grond van auteursrecht op de smaak van Heksenkaas  (IEPT20150610). De rechtbank Gelderland heeft in die procedure de vorderingen echter afgewezen omdat Levola naar haar oordeel niet had gesteld welke elementen of combinatie van elementen van de smaak van Heksenkaas leiden tot het vereiste eigen, oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel.

 

In het onderhavige geschil verwijst Levola allereerst naar het Lancôme/Kecofa-arrest (IEPT20060616), waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat een geur een werk kan zijn in de zin van artikel 10 Auteurswet en heeft overwogen dat beslissend is of het daarbij gaat om een voortbrengsel dat vatbaar is voor menselijke waarneming en of het een eigen persoonlijk karakter heeft en het stempel van de maker draagt. Volgens Levola voldoet de smaak van Heksenkaas aan deze criteria nu smaak zintuigelijk waarneembaar is, en de smaak van Heksenkaas een eigen oorspronkelijk karakter heeft waaraan subjectieve keuzes ten grondslag liggen die niet louter zijn terug te voeren op technische of functionele vereisten.

 

De vraag of auteursrecht op smaak naar analogie van het Lancôme/Kecofa- arrest mogelijk is, behoeft volgens de rechtbank echter geen beantwoording omdat het de vervolgvraag - of de smaak van Heksenkaas in dat geval een auteursrechtelijk beschermd werk is - ontkennend beantwoordt.

 

Volgens de rechtbank volgt uit het Vijfspellen-arrest - waarin de Hoge Raad in kort geding procedure overwoog dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld dat degene die het spel Jenga waarneemt kan zien dat het uiterlijk voldoende oorspronkelijk is om auteursrechtelijk te worden beschermd (IEPT20010629) - niet dat degene die zich op auteursrecht beroept niet gehouden kan zijn toe te lichten welke auteursrechtelijk beschermde trekken in het werk kunnen worden onderscheiden.

 

Levola heeft volgens de rechtbank onvoldoende gesteld tegenover het verweer van EFC dat de afzonderlijke ingrediënten van Heksenkaas niet auteursrechtelijk beschermd zijn en op het eerste gezicht banale dan wel triviale ingrediënten zijn om toe te voegen aan roomkaas. Naar het oordeel van de rechtbank is het een volstrekt voor de hand liggende keuze om aan roomkaas knoflook en kruiden toe te voegen. EFC heeft in dit kader onweersproken aangevoerd dat in ieder geval de roomkazen van de merken Paturain, Boursin en Philadelphia met knoflook en kruiden als bieslook en peterselie al vele jaren op de markt zijn. Dat de creatieve keuze van de bedenker van de kaas gelegen is in de toevoeging van een of meer andere ingrediënten heeft Levola naar het oordeel van de rechtbank niet betoogd.

 

Levola heeft, gelet op de gemotiveerde betwisting door EFC, volgens de rechtbank vervolgens onvoldoende onderbouwd dat de combinatie van al deze op het eerste gezicht banale of triviale ingrediënten alsnog een smaak oplevert die van creatieve keuzes getuigt. Dit klemt volgens de rechtbank Den Haag te meer omdat de rechtbank Gelderland ook al had overwogen dat het hieraan schortte. In tegenstelling tot de rechtbank Gelderland heeft de rechtbank Den Haag na comparitie van partijen de Heksenkaas bovendien geproefd in de raadkamer, en vastgesteld dat de smaak niet anders is dan op basis van de ingrediënten verwacht zou mogen worden. Van een verassende smaak is volgens de rechtbank geen sprake.

 

Levola betoogt dat een omschrijving van een smaak aan de hand van ingrediënten ertoe zal leiden dat (de beoordeling van) de auteursrechtelijke bescherming ten onrechte zou worden beperkt tot de receptuur en de chemische samenstelling van Heksenkaas in plaats van de smaak daarvan. Bovendien stelt Levola dat een (verplichte) omschrijving van de smaak ertoe zou leiden dat smaak feitelijk zou worden uitgesloten van auteursrechtelijke bescherming. Dit betoog slaagt volgens de rechtbank niet. De rechtbank ziet niet in dat de ingrediënten van Heksenkaas geen aanknopingspunt kunnen vormen voor de smaak ervan en stelt bovendien dat (enige vorm van) omschrijving van smaak wel degelijk mogelijk is, maar dat Levola dit achterwege heeft gelaten. Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat de smaak van Heksenkaas niet aan de werktoets voldoet, waardoor zij aan de inbreukvraag niet toe komt. De vorderingen van Levola worden afgewezen en Levola wordt veroordeeld in de proceskosten, aan de kant van EFC begroot op € 24.326,43.

 

IEPT20170503, Rb Den Haag, Levola v EFC

 

ECLI:NL:RBDHA:2017:4384