Succesvol beroep op citaatrecht bij opnemen reclameposter in artikel over lingeriemerk Sapph

22-05-2017 Print this page
IEPT20170512, Rb Amsterdam, Mediamaatjes
(Met dank aan Matthijs Kaaks, Boekx )

Website 925.nl kan zich beroepen op citaatrecht bij plaatsen reclameposter met daarop een door eiser gemaakte foto in artikel over lingeriemerk Sapph: beroep op citaatrecht vereist niet dat sprake is van serieuze media, foto is als onderdeel reclamecampagne Sapph rechtmatig openbaar gemaakt, poster maakt logisch en niet overheersend onderdeel uit van het artikel, gebrek aan naamsvermelding eiser kan 925.nl niet worden tegengeworpen nu de naam van eiser ontbreekt op de door Sapph gepubliceerde poster.

 

AUTEURSRECHT

 

Eiser is professioneel fotograaf en heeft een foto gemaakt  van een BN-er, welke is verwerkt in een poster voor een reclamecampagne van het merk Sapph. Mediamaatjes exploiteert de website 925.nl en waar op 16 juni 2014 een artikel is geplaatst over Sapph, met een afbeelding van de genoemde poster. Eiser stelt voor deze publicatie geen toestemming te hebben gegeven en vordert een schadevergoeding van € 888,62 wegens auteursrechtinbreuk. Mediamaatjes beroept zich echter op het citaatrecht als bedoeld in art 15a Auteurswet.

 

De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam stelt dat vast staat dat eiser auteursrecht heeft op de foto die onderdeel uitmaakt van de poster, en dat Mediamaatjes geen toestemming heeft verkregen voor de publicatie daarvan. De kantonrechter overweegt dat van auteursrechtinbreuk geen sprake is als is voldaan aan de voorwaarden van het citaatrecht als bedoeld in artikel 15a Auteurswet, te weten: (1) het werk waaruit geciteerd wordt is rechtmatig openbaar gemaakt, (2) het citeren is in overeenstemming met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is en aantal en omvang der geciteerde gedeelten zijn door het te bereiken doel gerechtvaardigd, (3) artikel 25 Aw (betreffende de persoonlijkheidsrechten van de auteur) wordt in acht genomen; (4) voor zover redelijkerwijs mogelijk wordt de bron, waaronder de naam van de maker, op duidelijke wijze vermeld.  

 

Volgens de kantonrechter kan ‘anders dan eiser lijkt te veronderstellen’ niet de aanvullende eis worden gesteld dat sprake moet zijn van citeren in serieuze media, nog los van de vraag wat daar onder verstaan moet worden. De aard van het medium kan naar het oordeel van de rechter wel een rol spelen bij de beoordeling van de tweede voorwaarde uit artikel 15a, maar de ironische toonzetting van de berichten op de website 925.nl maakt naar het oordeel  van de rechter niet dat in dit geval veel zwaardere eiser gesteld moeten worden aan wat redelijkerwijs geoordeeld is.

 

De kantonrechter concludeert dat aan de genoemde voorwaarden voor een beroep op het citaatrecht is voldaan. Overwogen wordt dat de foto rechtmatig openbaar is gemaakt als onderdeel van de poster in de reclamecampagne van Sapph. Daarnaast maakt de poster een logisch onderdeel uit van een artikel over Sapph, dat volgens de kantonrechter juist door controversiële posters, zoals de door 925.nl gepubliceerde, bekendheid verwierf. De poster maakt volgens de kantonrechter ook niet een zodanig overheersend onderdeel uit van het artikel, dat sprake is van zelfstandige exploitatie daarvan. Mediamaatjes had naar het oordeel van de kantonrechter evengoed een andere reclame-uiting van Sapph op dezelfde plek op kunnen nemen, zonder dat de betekenis van het artikel zou zijn veranderd. Ook in omvang is de poster volgens de kantonrechter niet overheersend.

 

Ten aanzien van de laatste twee voorwaarden, betreffende de persoonlijkheidsrechten van de maker en naamsvermelding,  overweegt de kantonrechter dat op de poster zelf, zoals oorspronkelijk door Sapph is gepubliceerd, de naam van eiser niet is vermeld. Bij die stand van zaken kan Mediamaatjes volgens de kantonrechter niet worden tegengeworpen dat zij de naam van eiser als maker van de foto niet heeft vermeld.

 

Nu aan de voorwaarden van het citaatrecht is voldaan, wordt de vordering van eiser afgewezen. Eiser wordt conform art. 1019h Rv veroordeeld in de kosten van het geding, aan de zijde van Mediamaatjes begroot op € 1.500 aan salaris gemachtigde. De kantonrechter overweegt dat eiser zich hier niet tegen heeft verzet en dat, mede gezien het feit dat de gemachtigde van Mediamaatjes zijn honorarium ter zitting aanzienlijk heeft gematigd, de billijkheid zich ook niet tegen toewijzing van die kosten verzet.

 

IEPT20170512, Rb Amsterdam, Mediamaatjes

 

ECLI:NL:RBAMS:2017:3442