Voorgenomen Vrijhandelsovereenkomst met Singapore valt niet geheel onder exclusieve bevoegdheid Unie

18-05-2017 Print this page
IEPT20170516, HvJEU, Advies Vrijhandelsovereenkomst EU en Singapore

Vrijhandelsovereenkomst tussen EU en Singapore valt niet geheel onder exclusieve bevoegdheid Unie.

 

VRIJ VERKEER

 

De Europese Commissie heeft het HvJEU verzocht om advies over of de Unie de vereiste bevoegdheid heeft om alleen de voorgenomen vrijhandelsovereenkomst met Singapore te ondertekenen en te sluiten. Ook is gevraagd welke bepalingen tot de exclusieve bevoegdheid van de Unie horen, welke tot de gedeelde bevoegdheid van de Unie horen en of er enige bepaling is die tot de exclusieve bevoegdheid van lidstaten behoort. De Vrijhandelsovereenkomst bevat in hoofdstuk 11 bepalingen over “Verbintenissen inzake de bescherming van intellectuele eigendom”.

 

Het HvJEU oordeelt dat de vrijhandelsovereenkomst onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt, op twee onderdelen na, die onder de gedeelde bevoegdheid van de Unie vallen. Het betreft de zogenaamde andere dan directe buitenlandse investeringen en de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten. Omdat deze onderdelen niet geheel onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, kan de voorgenomen overeenkomst in zijn huidige vorm niet door de Unie alleen worden ondertekend, maar zijn ook de lidstaten vereist.

 

De bepalingen met betrekking tot de intellectuele eigendom vallen echter wel volledig onder de bevoegdheid van de Unie.

 

IEPT20170516, HvJEU, Advies Vrijhandelsovereenkomst EU en Singapore

 

Lees het advies hier. Zie ook het perscommuniqué.