Dwangsommen verbeurd nu niet is voldaan aan gebod om bepaalde publicaties te verwijderen

09-08-2017 Print this page
IEPT20170530, Rb Rotterdam, Dwangsommen verbeurd

Dwangsommen mochten worden geëxecuteerd: voldoende aannemelijk dat gedaagden er in de bodemprocedure in zullen slagen om aan te tonen dat eisers niet volledig hebben voldaan aan het verbod om uitlatingen te doen die gedaagden in verband brengen met strafbare feiten en het aan het gebod om bepaalde publicaties te verwijderen.

 

PROCESRECHT

 

Kort geding. Executiegeschil. Gedaagden hebben gezamenlijk een advocatenkantoor gerund. Eisers zijn cliënt geweest bij het kantoor. Eisers hebben zich vervolgens negatief uitgelaten over hun advocaat en over het kantoor. Bij arrest van 28 mei 2013 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (niet gepubliceerd) eisers onder meer verboden om uitlatingen te doen over de advocaat of het kantoor en geboden om publicaties (onder meer een rapport) te verwijderen, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom. Gedaagden hebben vervolgens executoriaal (derden)beslag doen leggen. In het onderhavige geding vorderen eisers onder meer gedaagden op te dragen onmiddellijk te stoppen met deze beslagen, en alle reeds geïncasseerde gelden terug te betalen.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat eisers hun vorderingen in de eerste plaats baseren op de stelling dat een rapport uit de eerdere procedure vervalst zou zijn. Tussen partijen is niet in geschil dat van het rapport meerdere versies in omloop zijn. Volgens de voorzieningenrechter is niet duidelijk wie verantwoordelijk is geweest voor het produceren van een afwijkende versie, en dient een kort geding zich niet voor nadere bewijslevering hieromtrent. Bovendien is volgens de voorzieningenrechter niet gebleken dat het hof zijn oordeel heeft gebaseerd op de afwijkende versie. Bovendien verschilt de afwijkende versie niet wezenlijk van het origineel en raken de verschillen niet de kern van het rapport, oordeelt de voorzieningenrechter. Het betoog van eisers wordt derhalve niet gevolgd.

 

Vervolgens komt de voorzieningenrechter toe aan de vraag of dwangsommen zijn verbeurd. De voorzieningenrechter overweegt dat onweersproken is gesteld dat het genoemde rapport thans nog steeds in de Koninklijke Bibliotheek ter inzage ligt en daartoe gereserveerd kan worden. Dat maakt het mogelijk dat een ieder het rapport kan kopiëren en verspreiden. Het hof heeft geoordeeld dat eisers met het plaatsen van enkele publicaties, waaronder het rapport, onrechtmatig hebben gehandeld jegens gedaagden omdat de publicaties ten onrechte insinueren dat de advocaat strafbare feiten heeft gepleegd.

 

Gelet daarop, brengt het verbod om ‘na betekening van het arrest uitlatingen te doen en/of geschriften te (laten) verspreiden over het advocatenkantoor of de advocaat die het beeld oproepen dat de advocaat zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte en/of het aannemen van een valse hoedanigheid en/of samenspanning’ met zich dat eisers onder meer het rapport uit de Koninklijke Bibliotheek hadden moeten laten verwijderen. Door dat niet te doen, hebben zij volgens de voorzieningenrechter niet voldaan aan de veroordeling. Daar wordt door de voorzieningenrechter aan toegevoegd dat eisers ook niet (onderbouwd) stellen dat het rapport niet bij de Koninklijke Bibliotheek zou kunnen worden weggehaald.

 

Bovendien is volgens de voorzieningenrechter gebleken dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat eisers niet hebben voldaan aan zowel het verbod om na betekening van het arrest op het internet kopieën te (doen) plaatsen van een proces-verbaal van aangifte tegen de advocaat als het gebod om op internet geplaatste publicaties te (laten) verwijderen.

 

Het is op grond van het bovenstaande volgens de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat gedaagden erin zullen slagen in de bodemprocedure aan te tonen dat eisers niet volledig hebben voldaan aan het arrest van 28 mei 2013 en als gevolg daarvan dwangsommen hebben verbeurd.

 

IEPT20170530, Rb Rotterdam, Dwangsommen verbeurd

 

ECLI:NL:RBROT:2017:4087