Schadevergoeding voor vermeerdering van snijheesters zonder licentie

17-10-2017 Print this page
IEPT20170628, Rb Den Haag, Handelskwekerij Verheijen

Gedaagde maakt inbreuk op het kwekersrecht van Verheijen: vermeerdering plaatsgevonden zonder licentie. Schadevergoeding van € 4996,00 bovenop licentievergoeding: 24.980 planten ter waarde van € 0,20 per plant.

 

KWEKERSRECHT

 

Handelskwekerij Verheijen houdt zich bezig met onder andere de veredeling van vaste planten en snijheesters. Verheijen heeft aan gedaagde planten van het ras waar hij Europees kwekersrecht heeft, verkocht, uit te planten op een areaal van 240 m2.Bij een bezoek aan gedaagde, constateert Verheijen dat er meer planten staan dan in licentie overeengekomen. Verheijen stelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op het kwekersrecht door eigen vermeerderingsmateriaal te gebruiken en vordert hiervoor, naast betaling van de licentievergoeding, schadevergoeding van € 17019,50.

 

De kantonrechter oordeelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op het kwekersrecht. Uit de tussen partijen gesloten overeenkomst bij de koop van de planten blijkt dat vermeerderen, waaronder ook natuurlijk vermeerdering wordt begrepen, uitdrukkelijk niet is toegestaan. Van een schriftelijke gegeven toestemming van Verheijen is niet gebleken. De vermeerdering heeft zonder gebruikmaking van de licentie plaatsgevonden. Gedaagde is ingevolge artikel 94 Gemeenschapskwekersrechtverordening gehouden schadevergoeding te betalen aan Verheijen. Volgens het HvJEU moet het begrip “passende vergoeding” in dit artikel in die zin moeten worden uitgelegd dat het, naast het betalen van de licentievergoeding, alle schade van de houder van het kwekersrecht dekt die nauw verband houdt met het niet-betalen van deze vergoeding (Hansson v Jungpflanzen Grunewald).

 

Partijen hebben verschillende zienswijze over de prijs per plant en de in aanmerking te nemen teeltoppervlakte. De kantonrechter overweegt in tegenstelling tot Verheijen 0,20 per plant. Niet is gebleken dat Verheijen extra werkzaamheden heeft verricht om 0,60 cent per plant te rechtvaardigen en in de regel wordt er ook bij andere kwekers met dit bedrag gerekend. De kantonrechter stelt het door de deurwaarder opgemeten teeltoppervlakte bij. Voor twee van de drie vakken die in de berekening worden meegenomen worden de looppaden afgetrokken van de berekening. Dergelijke paden zijn volgens de kantonrechter immers om op te lopen en niet om op te telen. Echter is er op 1 vak sprake van planten die op het looppad staan. Bij de berekening van de oppervlakte worden de looppaden dan ook meegenomen. Naast een door de kantonrechter herberekende licentcieverdoeding in gedaagde ook gehouden tot betaling van een schadevergoeding € 4.996,00.

 

IEPT20170628, Rb Den Haag, Handelskwekerij Verheijen

ECLI:NL:RBDHA:2017:7116