Inbreuk door gebrek aan onderbouwing dat stand van techniek wordt toegepast

01-08-2017 Print this page
IEPT20170726, Rb Den Haag, Smart v CTouch
(Met dank aan Paul Reeskamp, DLA Piper)
Inbreuk op conclusive 1 EP 335 (“Size/scale and orientation determination of a pointer in a camera-based touch system”). CTouch heeft onvoldoende onderbouwd dat zij stand van de techniek US 449 of US 557 toepast: in beide publicaties worden de edges van de pointer niet bepaald met behulp van triangulatie (dat door CTouch en EP 335 wordt toegepast). “Lexinus lijn” maakt geen inbreuk op EP 335: geen inbreukanalyse gemaakt, terwijl inbreuk wordt betwist. Geen belang bij inbreukverbod conclusies 6, 7, 13 en 19 gelet op vastgestelde inbreuk op conclusie 1.

 

OCTROOIRECHT

 

Eindvonnis. Smart is actief op het gebied van interactieve schermen en oplossingen daaromtrent.Het gaat om relatief grote schermen van 40 – 120 inch die ook wel interactief schoolbord of electronic whiteboard worden genoemd. CTouch brengt in Nederland vier productlijnen interactieve optische aanraakschermen op de markt. Smart is houdster van EP 528 voor een “Method for a camera based touch system”. Ook is Smart houdster van EP 553 voor “Size/scale and orientation determination of a pointer in a camera-based touch system”. Volgens Smart maakt CTouch inbreuk op de Nederlandse delen van genoemde octrooien. In het tussenvonnis (IEPT20160120) werd geoordeeld dat CTouch geen inbreuk maakte op EP 528. Ten aanzien van EP 335 kregen partijen de gelegenheid om zich nader uit te laten over de stand van de techniek.

 

De rechtbank oordeelt dat sprake is van inbreuk op octrooi EP 335. CTouch heeft onvoldoende onderbouwd dat zij US 4,144,449 dan wel US 4,507,557 toepast. Smart voert terecht aan dat, anders dan bij EP335 en het systeem van CTouch, in geen van beide publicaties beide edges van de pointer worden bepaald met behulp van triangulatie. Enkel het middelpunt wordt bepaald via triangulatie. Dat verschil is niet slechts theoretisch, maar heeft ook een voordeel. Door beide edges te trianguleren aan de hand van de schaduwen op twee imagers, kan een beter onderscheid worden gemaakt in grootte van het object.

 

Ten aanzien van de zogenoemde “Lexinus lijn” wordt geen inbreukverbod opgelegd, omdat Smart geen inbreukanalyse gemaakt, terwijl de inbreuk door CTouch wordt betwist. Smart heeft geen belang bij een inbreukverbod op conclusies 6, 7, 13 en 19. Gelet op de vastgestelde inbreuk door CTouch op conclusie 1 van EP 335, is door Smart geen specifiek belang aangevoerd bij beoordeling van de vraag of tevens sprake is van inbreuk op EP 335 volgens conclusies 6, 7, 13 en 19.

 

IEPT20170726, Rb Den Haag, Smart v CTouch

 

ECLI:NL:RBDHA:2017:8247