Veroordeling werkelijke proceskosten na intrekken kort geding

21-09-2017 Print this page
IEPT20170913, Rb Amsterdam, De Meeuw v Wasa
(Met dank aan Micheline Don, De Grave De Mönnink Spliet Advocaten)

De Meeuw veroordeeld in volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv na intrekken kort geding: kort geding zonder nadere motivering vlak voor de zitting ingetrokken waarbij aannemelijk is dat Wasa haar verweer reeds volledig had voorbereid. Wel wordt indicatietarief voor 'eenvoudig kort geding' toegepast. 

 

PROCESRECHT

 

De Meeuw trekt een dag voor de terechtzitting het kort geding in. Wasa heeft daarop om een beslissing over de proceskosten gevraagd, waarbij De Meeuw wordt veroordeeld in de gemaakte proceskosten.

Wasa heeft haar kosten begroot op € 11.921, 58. De zaak is volgens Wasa aan te merken als een ‘normaal kort geding’ en het indicatietarief van maximaal € 15.000,-. Volgens De Meeuw moeten de kosten worden gecompenseerd  omdat Wasa nooit inhoudelijk heeft gereageerd op de auteursrechtelijk sommaties van De Meeuw, waardoor onnodig proceskosten zijn gemaakt.

De voorzieningenrechter oordeelt dat De Meeuw in de werkelijke proceskosten van Wasa dient te worden veroordeeld, aangezien het een IE-geschil betreft. Voor compensatie ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding, omdat het kort geding zonder nadere motivering door De Meeuw vlak voor de zitting is ingetrokken en het aannemelijk is dat Wasa haar verweer volledig had voorbereid. Dat Wasa op eerdere sommaties niet heeft geantwoord, maakt dat niet anders. De zaak wordt wel aangemerkt als een ‘eenvoudig kort geding’, waarvoor het indicatietarief van € 6.000 is begroot. de proceskosten worden begroot op € 9.894,00.

 

IEPT20170913, Rb Amsterdam, De Meeuw v Wasa

 

(Kopie originele vonnis)