Niet voldaan aan bewijsopdracht uit tussenvonnis na afzien van verder procederen

02-01-2018 Print this page
IEPT20171025, Rb Gelderland, Companero v DG Rubber

Niet voldaan aan bewijsopdracht uit tussenvonnis (IEPT20170719) na afzien van verder procederen.

 

PROCESRECHT

 

Zie eerder het tussenvonnis (IEPT20170719) inzake slaafse nabootsing van structuurmatten met antislipprofiel voor beton. In dit tussenvonnis kreeg Compañero de opdracht te bewijzen dat zij gerechtigd is de eventuele verbeurde dwangsommen uit hoofde van een vonnis van de voorzieningenrechter (IEPT20151103) te incasseren.

 

De rechtbank blijf bij hetgeen is overwogen in het tussenvonnis. Bij akte van 30 augustus 2017 heeft Compañero aangegeven af te willen zien van verder procederen in deze zaak. Aangezien Compañero zich daarover niet heeft uitgelaten en heeft aangegeven af te zien van verder procederen, heeft zij onvoldoende onderbouwd dat eventuele verbeurde dwangsommen aan haar toekomen. Compañero wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Aan de kant van DG Rubber en Yong Li begroot op totaalbedragen van respectievelijk € 10.353,00 en  € 11.643,00.

 

IEPT20171025, Rb Gelderland, Compañero v DG Rubber

 

ECLI:NL:RBGEL:2017:6597