Comparitie op langere termijn ingepland als alternatief voor aanhouding

14-12-2017 Print this page
IEPT20171101, Rb Den Haag, TomTom v MKB Ondernemers

Geen aanhouding van hoofdzaak over merk- en handelsnaaminbreuk in afwachting van eindvonnis over beëindiging co-existentieovereenkomst: in zoverre sprake van dezelfde rechtsvraag dat in onderhavige zaak mede bepalend is of die overeenkomst nog voortduurt, met aanhouding zou voortvarende procesvoering echter in het gedrang komen. Om praktische en proceseconomische redenen wordt in plaats van aanhouding comparitie gelast die niet vóór tweede kwartaal 2018 wordt ingepland: verwachting is dat eindbeslissing over beëindiging overeenkomst dan zal zijn genomen.

 

PROCESRECHT

 

Incident tot aanhouding in afwachting van eindbeslissing rechtbank Amsterdam. De rechtbank overweegt dat in de procedure bij de rechtbank Amsterdam niet dezelfde vragen voorliggen als in de onderhavige zaak, nu in de Amsterdamse zaak centraal staat of de overeenkomst tussen TomTom en MKB Ondernemers al dan niet rechtsgeldig is beëindigd, terwijl in de hier voorliggende procedure kort gezegd de vraag voorligt of MKB Ondernemers merkinbreuk pleegt. Voor het antwoord op deze laatste vraag is naar het oordeel van de rechtbank echter mede bepalend of de overeenkomst nog voortduurt. In zoverre is volgens de rechtbank in beide zaken dan ook dezelfde rechtsvraag aan de orde, waarmee voortprocederen in de onderhavige zaak het risico van een tegenstrijdige beslissing met zich mee brengt. Dit pleit ervoor eerst de eindbeslissing van de Amsterdamse rechtbank met betrekking tot de vraag of de overeenkomst al dan niet rechtsgeldig is beëindigd, af te wachten.

 

Toch ziet de rechtbank om praktische en proceseconomische redenen van aanhouding af, nu dit vrijwel zeker zal leiden tot een langdurige vertraging in de voortgang van de onderhavige procedure. Daarbij speelt volgens de rechtbank een rol dat in deze zaak reeds inhoudelijk van antwoord is geconcludeerd, zodat een comparitie van partijen zal volgen. De rechtbank overweegt dat het kampt met een beperkte zittingscapaciteit waardoor het geen uitzondering is dat een comparitiedatum slechts op een termijn van vele maanden kan worden gepland. Dit betekent dat - indien ervoor wordt gekozen eerst een beslissing in de Amsterdamse zaak af te wachten - er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat het vervolgens niet mogelijk is de procedure op korte termijn voort te zetten. Daarmee komt het belang van een voortvarende procesvoering in het gedrang, zo oordeelt de rechtbank.

 

In plaats hiervan gelast de rechtbank nu alvast een comparitie, waarbij deze comparitie niet vóór het tweede kwartaal van 2018 zal worden ingepland, in de verwachting dat de eindbeslissing in de Amsterdamse zaak zal zijn genomen vóór de ingeplande comparitiedatum. MKB Ondernemers dient één maand voor de in te plannen comparitiedatum aan de rechtbank mede te delen of er bij eindbeslissing in een tussenvonnis of bij eindvonnis door de rechtbank Amsterdam is geoordeeld over de al dan niet rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst. Wanneer een dergelijke eindbeslissing er nog niet is, zal vervolgens een nieuwe comparitiedatum worden bepaald.

 

IEPT20171101, Rb Den Haag, TomTom v MKB Ondernemers

 

ECLI:NL:RBDHA:2017:14311