Verwarringsgevaar aangenomen tussen Uniewoordmerk Immunostad en ouder nationaal merk ImmunoStim

28-12-2017 Print this page
IEPT20171120, Stada Arzneimittel v EUIPO

Merkenrecht. Beroep ingesteld tegen afwijzing door Kamer van Beroep van het Uniewoordmerk IMMUNOSTAD voor waren uit klasse 3 (o.a. bleekmiddelen en andere wasmiddelen, reinigings-, polijst- en ontvettingsmiddelen, zeep) en 5 (o.a. farmaceutische en diergeneeskundige preparaten, hygiënische producten voor medisch gebruik, diëtische substanties voor medisch gebruik, babyvoeding, pleisters) nadat oppositie was ingesteld wegens verwarringsgevaar door de houder van het Franse merk IMMUNOSTIM voor onder andere waren uit klasse 5 (diëtische substanties voor medisch gebruik, met name voedingssupplementen).

 

Het beroep faalt. Naar het oordeel van het Gerecht heeft De Kamer van Beroep terecht geoordeeld dat het algemene en meer gespecialiseerde Franse publiek met een gemiddeld tot hoog aandachtsniveau voor diëtische substanties en een relatief hoog aandachtsniveau voor farmaceutische preparaten “het  relevante publiek” is. Beide merken stemmen visueel en auditief in hoge mate overeen doordat ze geen dominante elementen bevatten en de merken alleen in de laatste twee letters verschillen. Het element ‘immuno’ verwijst naar het immuunsysteem en  is daarom beschrijvend voor de waren. Het element ‘stim’ is niet beschrijvend voor het algemene publiek, maar het gespecialiseerde publiek kan het element ‘stim’ wellicht herkennen als verwijzing naar het Franse ‘stimuler’. Dit is onvoldoende om de overeenstemming in het element ‘immuno’  tegen te gaan, dus de merken stemmen ook begripsmatig overeen.

 

De Kamer van Beroep heeft een juiste rechtsopvatting gegeven door te oordelen dat het voldoende is om verwarringsgevaar aan te nemen als verwarringsgevaar bestaat voor een niet te verwaarlozen deel van het relevante publiek. De vaststelling van verwarringsgevaar door De Kamer van Beroep is juist. Naar het oordeel van het Gerecht was een analyse door de Kamer van Beroep welke gedeelte van het relevante publiek dat het element ‘stim’ als afkorting van ‘stimuler’ zou begrijpen overbodig en heeft de Kamer dit voldoende gemotiveerd.  Uit vast rechtspraak volgt namelijk dat als er verwarringsgevaar bestaat dat kan worden aangenomen dat dat voor een niet verwaarloosbaar deel van het relevante publiek geldt.

 

"54. As EUIPO has pointed out, the Board of Appeal, having found that there was a likelihood of confusion for the non-negligible part of the relevant public which does not understand the element ‘stim’ as being the abbreviation of the French word ‘stimuler’, was not required to analyse the likelihood of confusion for the part of the public which understands the element ‘stim’ in that sense. As is clear from the case-law cited in paragraphs 49 and 50 of the present judgment, it is sufficient, for it to be held that there is a likelihood of confusion, that that likelihood of confusion exists for a non-negligible part of the relevant public."

 

T-403/16 – ECLI:EU:T:2017:824