Royal Dutch Holding bewandelt niet de koninklijke weg

29-12-2017 Print this page
IEPT20171130, Rb Den Haag, Sigillis Regiis Praesidio v Royal Dutch Holding

Stichting Sigillis Regiis Praesidio belanghebbende in de zin van artikel 6 Hnw: Statuten Stichting zien op bescherming ongeautoriseerd gebruik van predicaten als “koninklijk”  Gebruik Royal in Roayl Dutch Holding misleidend in de zin van artikel 5b Hnw: gebruik van het predicaat koninklijk wekt de misleidende indruk dat na de toetsing aan strikte voorwaarden het predicaat van de kroondrager is ontvangen. Het gebruik van het Engelse “royal” in Royal Dutch Holding verandert de misleiding niet: gebruik Engelse taal in Nederland zo gebruikelijk geworden dat het publiek misleid kan worden dat de Holding het prestigieuze predicaat heeft ontvangen., maar anders is het als buitenlandse ondernemingen het woord “royal” in hun handelsnaam gebruiken terwijl zij dat ontlenen aan een niet-Nederlands koningshuis.

 

HANDELSNAAMRECHT

 

Stichting Sigillis Regiis Praesidio (Ter bescherming van de koninklijke zegels), opgericht in 2002 op intitiatief van de toenmalige kroondrager met het doel het verwerven, beheren en (in rechte) handhaven van intellectuele eigendomsrechten die betrekking hebben op/verband houden met het Huis Oranje Nassau. De stichting heeft de mogelijkheid het predicaat “Koninklijke” te verlenen aan onderneming die voldoen aan de door de stichting opgestelde (strenge) eisen. Royal Dutch Holding is in 2011 opgericht en aan haar is niet het predicaat “Koninklijke” verleend. De stichting heeft bij de kantonrechter verzocht de Holding te veroordelen zodanige wijzigingen in haar naam aan te brengen dat deze geen strijd meer oplevert met artikel 5b Hnw.

 

De kantonrechter oordeelt dat de stichting, gelet op haar doelstelling, belanghebbende is  in de zin van artikel 6 Hnw. Zij is gerechtigd op te treden tegen onterecht gebruik van het predicaat “koninklijk” waarbij het woord “royal” ook gebruik oplevert van het Koninklijk predicaat, in het bijzonder indien het gebruikt wordt in samenhang met het woord “Dutch”. Zij stelt dat in de huidige internationale maatschappij de predicaathouders het Engelse woord vaak in combinatie met “Dutch” in hun handelsnaam gebruiken. Zij willen zo benadrukken dat het predicaat door de Nederlandse koning is toegekend. 
Aangezien aan de Holding niet het predicaat Koninklijk(e) is toegekend is zij niet gerechtigd dat predicaat te voeren. Het voeren van haar handelsnaam is in strijd met artikel 5b Hnw nu het publiek ten onrechte zal menen dat aan de Holding het predicaat is toegekend. De Holding tracht zich met haar handelsnaam in het bijzonder in het buitenland te onderscheiden als een koninklijk onderscheiden onderneming en meet zich om die reden een niet met de werkelijkheid strokend (te groots) imago aan waardoor misleiding van het publiek te duchten is. Niet voor niets is het predicaat zeer gewild omdat het predicaat positieve associaties oproept bij het publiek. Door het gebruik van het predicaat door de Holding, wordt misbruik gemaakt van en afbreuk gedaan aan de beschermde titel van het predicaat. Er is misleiding van het publiek te duchten dat mogelijk commerciële beslissingen neemt die het anders niet zou nemen. Daar komt nog eens bij dat in de automatische e-mailhandtekening van de statutair directeur is toegevoegd: “Royal House”, hetgeen de associatie nog versterkt.

 

De kantonrechter oordeelt dat er hier sprake is van misleidende handelsnaam in de zin van artikel 5b Hnw. Het voeren van “koninklijke” in de handelsnaam is voorbehouden aan ondernemingen die na toetsing aan strikte voorwaarden, toestemming van de kroondrager hebben ontvangen om dit predicaat te gebruiken. Dat is in onderhavig geval niet aan de orde. Het gebruik van het predicaat wekt de misleidende indruk dat de toets is uitgevoerd. Dit geldt ook voor de Engelse vertaling “Royal”. Dit doet echter niet af dat er buitenlandse ondernemingen zijn die in Nederland het woord “royal” in hun handelsnaam gebruiken terwijl zij dat ontlenen aan een ander koningshuis dan het Nederlandse.

 

IEPT20171130, Rb Den Haag, Sigillis Regiis Praesidio v Royal Dutch Holding

 

ECLI:NL:RBDHA:2017:15299