Proceskostenveroordeling eerste aanleg in stand gehouden door nodeloos veroorzaakte kosten

09-03-2018 Print this page
IEPT20171219, Hof Den Haag, Ethiopian Meadows

Met getuigenverklaringen en erkenning Ethiopian Meadows voldoende bewezen dat tijdens audit juni 2014 planten van Cherry Brandy en Inka op locatie Holetta aanwezig waren en er Polar Star planten hebben gestaan. Appellant heeft bewezen dat op locatie Holetta 75.000 planten per hectare staan. Op locatie Holetta stonden 91.570 Cherry Brandy planten, 352.745 Inka planten en 180.840 Polar Star planten. Ethiopian Meadows moet € 42.595 (Cherry Brandy) + € 129,207,40 (Inka) + € 3.360 (Polar Star) = € 175.162,40 aan royalty’s betalen. Voor locatie Wolisso is Ethiopian Meadows € 127.500 aan royalty’s verschuldigd gelet op 2 hectare á 75.000 planten per hectare. Proceskostenveroordeling eerste aanleg in stand gehouden, terwijl vonnis voor het overige wordt vernietigd: kosten nodeloos veroorzaakt nu appellant in hoger beroep eis dusdanig heeft gewijzigd dat vorderingen niet op grondslag eerste aanleg kunnen worden toegewezen.

 

KWEKERSRECHTPROCESRECHT

 

Eindarrest na twee tussenarrresten. Bij het tweede tussenarrest is appellant toegelaten tot bewijslevering. Appellant heeft getuigen laten horen. Ethiopian Meadows heeft van appellant licenties gekregen om in de periode 2006-2008 een aantal rozenrassen aan te planten in Ethiopië. Appellant vordert nu een aantal bedragen aan royalty’s.

 

Gelet op onder meer het getuigenbewijs moet Ethiopian Meadows  voor planten op de holetta locatie € 175.162,40 aan royalty’s betalen en voor de Wolisso locatie € 127.500 aan royalty’s. Naar aanleiding van de afwijzing van de vorderingen in eerste aanleg, waarbij de rechtbank van oordeel was dat sprake was van een licentieovereenkomst tussen partijen en Ethiopian Meadows geen inbreuk had gemaakt, heeft appellant dit standpunt overgenomen en haar eis gewijzigd. Ethiopian Meadows heeft tegen deze grief onder meer aangevoerd dat de kostenveroordeling in eertse aanleg al in stand moet blijven, omdat door de eiswijziging de in eerste aanleg ingestelde vorderingen nooit op de in eerste aanleg aangevoerde grondslag kunnen worden toegewezen. Het hof volgt dit standpunt en is van oordeel dat de kosten in eerste aanleg nodeloos zijn veroorzaakt en daarom voor rekening van appellant moeten blijven. Het vonnis wordt daarom bekrachtigd met betrekking tot de proceskostenveroordeling en voor het overige vernietigd.

 

IEPT20171219, Hof Den Haag, Ethiopian Meadows

 

ECLI:NL:GHDHA:2017:4124