Het bestaan van twee exclusieve licentieovereenkomsten leidt niet tot de ongeldigheid van de laatst gesloten licentieovereenkomst 

13-03-2018 Print this page
IEPT20180207, Rb Den Haag, Silife v Roka

Exclusieve licentieovereenkomst van 6 april 2013 tussen Liquistone en Roka geldig: gestelde feiten kunnen niet leiden tot nietigheid naar Nederlands recht, dat krachtens artikel 10 Rome-I Vo van toepassing is. Liquistone heeft de licentieovereenkomst niet buitengerechtelijk vernietigd: geen naar Nederlands recht geldende vernietigingsgronden van toepassing. Ook als eerdere exclusieve licentieovereenkomst tussen Liquistone en Silife nog steeds geldt, maakt dit exclusieve licentieovereenkomst tussen Liquistone en Roka niet ongeldig: enkele gegeven dat er nu mogelijk twee exclusieve licentieovereenkomsten naast elkaar bestaan doet niet af aan geldigheid licentieovereenkomst van 6 april 2013, dat met sluiten licentieovereenkomst van 6 april 2013 inbreuk wordt gemaakt op eerdere licentieovereenkomst is aan Liquistone zelf te wijten.

 

IE-VERBINTENISSENRECHT

 

Silife (thans Rexil/Silife) en Liquistone hebben dezelfde aandeelhouders. Voor een van deze aandeelhouders, Lisada B.V., is zijn ontslag voor de volgende Ava geagendeerd. In de tussentijd, 6 april 2013, sluit hij met een derde partij (Roka) nog een licentieovereenkomst met betrekking tot een octrooi van Liquistone. Met betrekking tot dit octrooi hadden Liquistone en Silife tevens eerder een licentieovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd. Op 6 april heeft Lisada B.V. bij monde van haar directeur X, de licentieovereenkomst tussen Silife en Liquistone opgezegd. Op 11 april wordt Lisada B.V. ontslagen als aandeelhouder van Liquistone. Silife (samen met onder andere Liquistone) vordert Roka om alle werkzaamheden met betrekking tot het octrooi te staken.

 

Sifile stelt dat de door Roka met Liquistone gesloten licentieovereenkomst niet (langer) geldig is. Onder verwijzing naar de onder 2.19 bedoelde brief van de Engelse advocaat, stellen zij dat de licentieovereenkomst van 6 april 2013 nietig is. Deze stelling gaat echter eraan voorbij dat het bestaan en de geldigheid van de licentieovereenkomst worden beheerst door het in artikel 8.10 van die overeenkomst gekozen Nederlands recht. De vaststaande en door Silife gestelde feiten kunnen niet leiden tot nietigheid van de overeenkomst naar Nederlands recht. De vaststaande en door Silife gestelde feiten kunnen ook niet leiden tot de conclusie dat Liquistone de overeenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd: geen van de in het Nederlands recht geldende vernietigingsgronden is van toepassing. Het hof Arnhem/Leeuwarden heeft bij arrest van 19 april 2016 geoordeeld dat de buitengerechtelijke ontbinding van de licentieovereenkomst met Silife geen effect heeft en dat deze nog steeds geldt. Het stond naar het oordeel van het hof Liquistone niet vrij om de exclusieve rechten nogmaals te verstrekken aan Roka. Dit betekent echter niet volgens de rechtbank dat de licentieovereenkomst met Roka Beheer niet geldig is. Het enkele gegeven dat er nu mogelijk twee exclusieve licentieovereenkomsten naast elkaar bestaan, doet niet af aan de geldigheid van de licentieovereenkomst van 6 april 2013. Als de licentieovereenkomst met Silife is blijven bestaan, is met het sluiten van de nieuwe licentieovereenkomst inbreuk gemaakt op die licentieovereenkomst met Silife. In dat geval is deze inbreuk door Liquistone zelf in het leven geroepen, omdat zij – zonder regelmatige opzegging van de licentieovereenkomst met Silife – een nieuwe licentieovereenkomst met Roka Beheer is aangegaan. Dit eigen handelen van Liquistone tast de geldigheid van de licentieovereenkomst met Roka Beheer niet aan. Ook als – zoals Silife stelt – Roka bij het sluiten van de licentieovereenkomst van 6 april 2013 zou hebben geprofiteerd van de wanprestatie van Liquistone, betekent dat niet dat de licentieovereenkomst van 6 april 2013 niet (langer) geldig is.

 

IEPT20180207, Rb Den Haag, Silife v Roka

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:2158