Geen redelijk vermoeden dat X achter lastercampagne jegens A zit; vordering tot afgifte beslagen afgewezen

19-04-2018 Print this page
IEPT20180323, Rb Overijssel, Solidnature

Vordering tot afgifte Beslagen en Bescheiden op grond van artikel 843a Rv afgewezen: Naar voorlopig oordeel geen sprake van rechtsbetrekking op grond van onrechtmatig handelen tussen A en X; geen redelijk vermoeden dat X achter lastercampagne jegens A zit. Vordering in reconventie tot opheffing conservatoire bewijsbeslagen afgewezen: belang van A dat de Bescheiden beschikbaar blijven in verband met een eventueel hoger beroep of een bodemprocedure weegt zwaarder dan het belang van X bij opheffing van het bewijsbeslag.

 

IE-HANDHAVING

 

Eiser sub 1, hierna te noemen: A , is de onderneming SolidNature gestart. SolidNature houdt zich bezig met het leveren en plaatsen van natuursteen. Hij beschuldigt gedaagde X ervan (mogelijk met betrokkene C) een lastercampagne tegen hem te zijn gestart. Er zijn onder andere e-mails naar werknemers van SolidNature over hem gestuurd vanaf een onbekend e-mailladres en er zijn artikelen in Quote verschenen over hem.

 

A heeft met verlof van de voorzieningenrecher van deze rechtbank conservatoir bewijsbeslag gelegd ten laste van X. A. vordert nu om X te veroordelen om de deurwaarder toestemming te verlenen afschriften van de Beslagen Bescheiden aan A te verstrekken. A wil namelijk over de Beslagen Bescheiden kunnen beschikken omdat hij verwacht aan de hand van die documenten te kunnen bewijzen dat X verantwoordelijk is voor de lastercampagne. In reconventie vordert X de opheffing van de conservatoire bewijsbeslagen.


Het rechtelijk verlof tot het leggen van bewijsbeslag geeft geen aanspraak op afgifte, inzage of afschrift van de in beslag genomen stukken. Om inzage te verkrijgen moet worden voldaan aan de cumulatieve voorwaarden die zijn verbonden aan een vordering op grond van artikel 843a lid 1 Rv: 1), een rechtmatig belang bij eiser van 2) bepaalde bescheiden, aangaande 3) een rechtsbetrekking waarin eiser partij is. De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat de door A gestelde feiten en omstandigheden geen aanknopingspunten bevatten waarmee enig direct verband kan worden gelegd tussen X en de verzending van verschillende e-mailberichten. Ook uit de heimelijke opnames van een ontmoeting van X met C, waar X enthousiast lijkt te reageren wanneer het over het nog te verschijnen Quote-artikel gaat, maar er is geen enkele aanwijzing dat X bij de verdere verspreiding van het Quote-artikel betrokken is geweest.
De vordering tot het verstrekken van afschriften wordt afgewezen. Het vermoeden van A. dat X betrokken is bij de lastercampagne is onvoldoende om afgifte te rechtvaardigen.

 

Ook de vordering van X in reconventie wordt afgewezen. De afwijzing van de vordering in conventie tot inzage in de Beslagen Bescheiden brengt nog niet mee dat de vordering tot opheffing van het bewijsbeslag dient te worden toegewezen. Bij een afweging van belangen prevaleert het belang van A dat de Beslagen Bescheiden beschikbaar blijven in verband met een eventueel hoger beroep of een bodemprocedure boven het belang van  X bij opheffing van het bewijsbeslag en teruggave of vernietiging van de bescheiden.

 

IEPT20180323, Rb Overijssel, Solidnature

 

ECLI:NL:RBOVE:2018:1242