Schadevergoeding van € 1.875 voor opname 25 foto’s in online beeldbank

09-04-2018 Print this page
IEPT20180405, Rb Den Haag, Erfgoed Leiden

Erfgoed Leiden maakt inbreuk op auteursrecht eiser op 25 foto’s door opname daarvan in online beeldbank. Geen sprake van anoniem gepubliceerde foto’s: [R] maker door stempel met zijn naam op zijn foto’s, waarvan uitgevers prentbriefkaarten produceerden, niet noodzakelijk dat maker naam op alle vereenvoudigingen van het werk plaatst. Beroep op artikel 8 Aw (fictief makerschap) faalt: uitgevers moeten toestemming van [R] hebben gekregen voor gebruik desbetreffende foto’s. dat uitgever zich als uitgever prentbriefkaart bekend maakt, leidt er niet toe dat hij zich daarmee als maker heeft aangeduid en auteursrecht op foto heeft toegeëigend, terwijl uitgever bekend was met auteursrecht [R], uit omstandigheden dat prentbriefkaarten van zelfde foto soms met en zonder naam/logo uitgever zijn uitgegeven blijkt dat uitgevers niet zoveel waarde hechtten aan vermelding van hun naam. Onvoldoende onderbouwd dat auteursrecht foto’s niet met overdrachtsakte uit 1982 is overgedragen aan eiser. Schadevergoeding ter hoogte van gebruikelijke licentievergoeding eiser: € 75 per foto, € 1.875 in totaal. Verhoging schadevergoeding past niet in Nederlandse systeem van reële schadevergoeding. Geen beperking schadevergoeding op grond van regeling verweesde werken: niet rechtstreeks van toepassing en geen aanleiding voor stellen prejudiciële vragen.

 

AUTEURSRECHT

 

Eiser is uitgever te Rotterdam en gespecialiseerd in historische foto’s, boeken en prentbriefkaarten over hoofdzakelijk Rotterdam en omgeving. [R] was een Rotterdamse fotograaf die foto’s maakte van stads- en straatgezichten, die onder meer voor prentbriefkaarten en boekillustraties zijn gebruikt. Eiser en [R] hebben in 1982 een overeenkomst gesloten, waarmee [R] het auteursrecht op al zijn foto’s aan eiser heeft overgedragen (met uitzondering van een aantal foto’s). Erfgoed Leiden heeft in een digitale beeldbank die beschikbaar is via het internet 25 foto’s p[genomen, afkomstig van prentbriefkaarten met foto’s van [R]. Volgens eiser is hiermee inbreuk gemaakt op zijn auteursrecht.

 

Erfgoed Leiden heeft erkend dat [R] de foto’s in kwestie heeft gemaakt en dat eiser de negatieven van die foto’s bezit, althans dit wordt niet uitdrukkelijk betwist. Ook staat niet ter discussie dat de foto’s in beginsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Volgens Erfgoed Leiden is eiser echter geen auteursrechthebbende. Erfgoed Leiden doet hiervoor een beroep op artikel 8 Aw. [R] zou het auteursrecht niet hebben kunnen overdragen, omdat hij het auteursrecht niet zelf bezat, aangezien het auteursrecht aan de uitgever van de desbetreffende prentbriefkaart(en) zou toekomen. Met betrekking tot de anoniem gepubliceerde foto’s zou het auteursrecht al door tijdsverloop in 2016 zijn komen te vervallen.

 

De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van anoniem gepubliceerde foto’s. [R] voorzag zijn foto’s van een stempel, waarmee hij op het werk als maker is aangeduid. Uitgevers kozen uit de foto’s van {R] de foto’s waarvan zij prentbriefkaarten wilden produceren. Dat [R]’s  naam vervolgens niet is weergegeven op de door verschillende uitgevers vervaardigde prentbriefkaarten doet er niet aan af dat hij de foto’s van zijn stempel voorzag en onder zijn naam heeft aangeboden. Het is niet noodzakelijk dat de maker zijn naam op alle vereenvoudigingen van het werk plaatst. Ook het beroep op artikel 8 faalt. De uitgevers moeten toestemming van [R] hebben gekregen voor het gebruik van zijn foto’s. Dat een uitgever zich als uitgever van de prentbriefkaart bekend maakt, leidt er niet toe dat hij zich daarmee als maker heeft aangeduid en het auteursrecht op de foto heeft toegeëigend, terwijl diezelfde uitgever ermee bekend was dat [R] zich bij elke foto op zijn auteursrecht beriep.

 

Vervolgens wordt overwogen dat Erfgoed Leiden onvoldoende heeft onderbouwd dat het auteursrecht op de foto’s niet met de overdrachtsakte uit 1982 aan eiser is overgedragen. De schadevergoeding wordt vastgesteld op €75 per foto, het gebruikelijke tarief van eiser. Er is geen ruimte voor verhoging van de vergoeding vanwege de ontmoediging om toestemming achteraf te kopen en de onwelwillende houding van Erfgoed Leiden. De schadevergoeding wordt niet beperkt op grond van de regeling verweesde werken, die overigens niet rechtstreeks van toepassing is op losse foto’s/prentbriefkaarten.

 

De gevorderde proceskostenveroordeling van € 12.511,23 wordt redelijk en evenredig geacht, aangezien de zaak tussen een eenvoudige zaak (€ 8.000) en een normale zaak (€ 17.500) ligt.

 

IEPT20180405, Rb Den Haag, Erfgoed Leiden

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:3768