Voorzieningenrechter niet bevoegd in zaak over opheffing schorsing verleningsprocedure

04-06-2018 Print this page
IEPT20180515, Rb Den Haag, Boston Scientific v Edwards

Vzgr Den Haag onbevoegd: gedaagde heeft geen woonplaats in Nederland (artikel 2 Rv), Boston lijdt geen (dreigende) schade in Nederland (artikel 6 aanhef en onder e Rv). Ook geen bevoegdheid indien veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat Boston in Nederland wel (dreigende) schade zou lijden: opheffing schorsing Duitse verleningsprocedure in verband met Duitse opeisingsprocedure leidt niet tot vereiste nauwe band, vordering Boston is grensoverschrijdend, terwijl eventuele bevoegdheid Vzgr ex artikel 6 aanhef en onder e Rv dat niet is.

 

HANDHAVING

 

Kort geding. Zowel Boston als Edwards zijn in Amerika gevestigde bedrijven die wereldwijd actief zijn op het gebied van ontwikkeling en de verhandeling van medische hulpmiddelen, waaronder met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over dergelijke hartkleppen. De octrooien van Boston die onderwerp van geschil zijn in Europa zijn EP 2 749 254 en EP 2 926 766, behorend tot de zogenaamde Salahieh octrooifamile (vernoemd naar de eerste uitvinder). Boston heeft bij het EOB op 21 juli 2015 EP 2 985 006 (hierna EP A 006) aangevraagd als divisional van EP 1 702 247, het moederoctrooi van de Salahieh octrooifamilie. Edwards heeft bij het Verwaltungsgericht München een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt, waarbij zij de mede-eigendom claimt van EP A 006. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst per 16 november 2017. Boston vordert dat de voorzieningenrechter Edwards zal bevelen het EOB te berichten dat de verleningsprocedure voortgezet moet worden.

 

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen van Boston kennis te nemen. Gedaagde Edwards heeft geen woonplaats in Nederland, dus artikel 2 Rv is niet van toepassing. Ook lijdt Boston geen (dreigende) schade in Nederland. Ten slotte wordt nog overwogen dat zelfs indien wel (dreigende) schade in Nederland zou worden geleden de voorzieningenrechter geen rechtsmacht zou hebben, omdat de vereiste nauwe band zou ontbreken.

 

IEPT20180515, Rb Den Haag, Boston Scientific v Edwards

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:5809