Uitgeefovereenkomst mocht worden ontbonden wegens niet voldoen aan copy-editing verplichting

16-07-2018 Print this page
IEPT20180703, Rb Den Haag, IOS Press

Vzgr bevoegd: “settled by arbitration in any court having jurisdiction thereof” uit uitgeefovereenkomst uitgelegd als beslechting van het geschil door de bevoegde rechtbank, Vzgr Rb Amsterdam krachtens artikel 2 Rv bevoegd. Uitleg artikel 13 uitgeefovereenkomst houdt niet in dat enkel IOS Press mocht ontbinden: IOS Press mocht door eiser voorgestelde amendement niet begrijpen dat dit ertoe strekte dat eiser recht op ontbinding prijs gaf, letterlijke betekenis doet hier onvoldoende aan af: eiser geen jurist is en had geen juridische bijstand bij onderhandelingen. Uitgeefovereenkomst mocht worden ontbonden omdat IOS Press zich niet heeft gehouden aan verplichting om artikelen te copy-editen (controle op taal, spelling, grammatica): peer reviewing proces ontslaat IOS Press niet van copy editing verplichting, uit artikel 5 uitgeefovereenkomst blijkt niet dat hoofdredacteur taal, stijl of spelling moet beoordelen, geen rechtsverwerking.

 

PROCESRECHTOVEREENKOMSTEN

 

Eiser is een succesvolle neurowetenschapper die in 2000 het tijdschrift Journal of Integrative Neuroscience (JIN) heeft opgericht en sindsdien hoofdredacteur van dat tijdschrift is. IOS Press is een Nederlandse wetenschappelijke uitgeverij. Op 26 augustus 2016 hebben partijen een uitgeefovereenkomst gesloten, op grond waarvan eiser hoofdredacteur van JIN zou blijven en IOS Press eindredactiewerkzaamheden zou verrichten en het tijdschrift zou uitgeven. Omdat de gepubliceerde artikelen veel ernstige taal- en stijlfouten bevatten heeft eiser op de uitgeefovereenkomst ontbonden. Eiser heeft inmiddels een nieuwe uitgeverij gevonden en vordert onder meer staking van het uitgeven van het tijdschrift JIN en verwijdering van alle informatie van de IOS Press website.

 

IOS Press heeft allereerst betwist dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag bevoegd is, gelet op artikel 16 van de uitgeefovereenkomst, waarin staat: “All disputes arising in connection with the present Agreement, or the breach thereof, shall be finally settled by arbitration in any court having jurisdiction thereof”. De voorzieningenrechter legt het artikel echter uit als beslechting van het geschil door de bevoegde rechtbank, waardoor de voorzieningenrechter dus krachtens artikel 2 Rv bevoegd is.

 

IOS Press heeft gesteld dat op grond van artikel 13 uitgeefovereenkomst alleen zij bevoegd was om de overeenkomst te ontbinden. De voorzieningenrechter gaat Haviltexen en kijkt naar de bedoelingen van partijen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat eiser een amendement van dit artikel heeft voorgesteld dat door IOS Press is aanvaard, waarmee hij volgens de voorzieningenrechter vanzelfsprekend niet bedoeld heeft aan zijn eigen rechten afbreuk te doen in die zin dat alleen de uitgever de overeenkomst zou kunnen ontbinden en dit recht niet langer ook aan hem zou toekomen. In de gegeven omstandigheden ligt niet voor de hand dat IOS Press het door eiser voorgestelde amendement aldus heeft begrepen, of mocht begrijpen, dat dit ertoe strekte dat laatstgenoemde zijn recht op ontbinding prijsgaf. Het ligt voor de hand dat het hem erom ging (andermaal) te bepalen dat, indien de overeenkomst zou worden ontbonden, de rechten op JIN aan hem zouden terugvallen. De letterlijke betekenis van de tekst doet hieraan onvoldoende afbreuk, o.a. omdat eiser geen jurist is en niet is gesteld of gebleken dat hij zich tijdens de onderhandelingen van juridische bijstand heeft voorzien.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat aannemelijk is geworden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat IOS Press in de nakoming van haar kernverplichtingen is tekortgeschoten en dat deze tekortkoming een zo groot gewicht heeft dat zij de ontbinding van de uitgeefovereenkomst door eiser rechtvaardigde. Het beroep op een aantal artikelen uit de uitgeefovereenkomst doet hier niet aan af en dat eiser “veel eerder” inzage had kunnen hebben in de definitieve versies van artikelen is onvoldoende voor rechtsverwerking, omdat er geen bijkomende omstandigheden zijn gebleken of gesteld.  Nu aannemelijk is dat een groot aantal door IOS Press “in steenkolen-Engels” gepubliceerde artikelen onaanvaardbare fouten bevat die afbreuk doen aan het gezag van de desbetreffende publicaties en het aanzien van het tijdschrift JIN is IOS Press tekortgeschoten in één van haar kernverplichtingen als uitgever.

 

IEPT20180703, Rb Den Haag, IOS Press

 

ECLI:NL:RBAMS:2018:4665