Stichting Hagaziekenhuis niet verantwoordelijk voor website waarop beweerdelijk inbreuk wordt gemaakt op auteursrecht medische illustraties

18-07-2018 Print this page
IEPT20180711, Rb Den Haag, Haga

Geen auteursrechtinbreuk door Stichting Hagaziekenhuis dat niet verantwoordelijk is voor gebruik afbeeldingen op website gyn-care.nl: website feitelijk beheerd door gynaecologen van Maatschap Gynaecologie Haga Ziekenhuis dat ook houdster is van domeinnaam (ook na wijziging rechtsvorm), inhoud website wijst erop dat alleen de vakgroep auteursrecht op inhoud website claimt, dat gebruik afbeeldingen is gestaakt na sommatie van Haga wijst niet op toegang Haga tot website, nu zij sommatie aan vakgroep heeft doorgezonden. Geen matiging proceskosten doordat Haga pas bij CvA heeft aangevoerd dat eiser andere partij moest aanspreken: uit SIDN-register had eiser redelijkerwijs kunnen afleiden dat mogelijk andere rechtspersoon gedagvaard had moeten worden.

 

AUTEURSRECHT - PROCESKOSTEN

 

Eiser heeft een licentieverkregen voor illustraties die in de Mardeno Patiënten Atlas zijn opgenomen. Een viertal van deze illustraties zijn op een website onder de domeinnaam gyn-care.nl opgenomen. Eiser stelt dat Stichting Hagaziekenhuis (Haga) inbreuk maakt op het auteursrecht op de illustraties.

 

De vorderingen worden afgewezen, omdat Stichting Hagaziekenhuis niet verantwoordelijk is voor het gebruik van de afbeeldingen op de website, die feitelijk wordt beheerd door de gynaecologen van de Maatschap Gynaecologie Haga Ziekenhuis dat ook houdster is van de domeinnaam (ook na verandering van de rechtsvorm). Daarnaast wijst de inhoud van de website erop dat alleen de vakgroep auteursrecht op de inhoud van de website claimt. Dat het gebruik van de afbeeldingen na de sommatie door eiser is gestaakt wijst niet op toegang van Haga tot de website, aangezien zij de sommatiebrief aan de vakgroep heeft doorgezonden.

 

Eiser voert aan dat de proceskostenveroordeling moet worden gematigd, omdat Haga pas bij de conclusie van antwoord heeft aangevoerd dat eiser een andere partij had moeten aanspreken. Dit  verweer wordt niet gevolgd, omdat eiser uit het SIDN-register redelijkerwijs had kunnen afleiden dat mogelijk een andere rechtspersoon gedagvaard had moeten worden.

 

IEPT20180711, Rb Den Haag, Haga

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:8344