Gedaagde moet meewerken aan doorontwikkeling publieke website over werk Jheronimus Bosch

18-09-2018 Print this page
IEPT20180912, Rb Amsterdam, Stichting Bosch
(Met dank aan Wim Maas en Nathalie Noesen, TaylorWessing)

Samenwerking tussen partijen ten aanzien verdieping kennis over het werk van Jheronimus Bosch heeft geleid tot gemeenschappelijk goed (3:166 BW): gedaagde is ingestapt in gereedstaand project en heeft daarin eigen rol gekregen. Gedaagde moet daarom alsnog meewerken aan doorontwikkeling van zijn website tot de Publieke Website die partijen voor ogen heeft gestaan. Gelet op doel gemeenschap kan gedaagde zich in redelijkheid niet verzetten tegen aanvulling van de website met meer recente onderzoekgegevens. Gedaagde hoeft niet inloggegevens website te verstrekken: zou leiden tot toegang tot de broncode van hetgeen leidt tot auteursrechtinbreuk. Stichting moet in staat worden gesteld om website te bewerken en aan te vullen. Domeinnaam boschproject.org moet aan gemeenschap worden overgedragen.

 

IE-GOEDERENRECHT

 

Kort geding. De Stichting Bosch Research and Conservation Project (“de Stichting”) is in 2010 opgericht met als doel de verdieping van de kennis van het werk van Jheronimus Bosch door middel van nieuw internationaal wetenschappelijk onderzoek, waarbij de nadruk ligt op objectonderzoek met modern technische hulpmiddelen. Hiertoe is in een door de Stichting samengesteld team onderzoek gedaan naar het werk en de werkwijze van Bosch. Op enig moment is gedaagde bij het project betrokken geraakt. Gedaagde heeft zich binnen het team onder meer bezig gehouden met de ontwikkeling van een drietal websites, waaronder de zogenoemde Publieke Website, waarop de werken door het publiek zouden kunnen worden bekeken met gebruikmaking van moderne technieken. De publieke website, zoals de Stichting die voor ogen had, is er niet gekomen. Wel heeft gedaagde een rudimentaire versie van de Publieke Website openbaar gemaakt, onder de domeinnaam boschproject.org. De Stichting heeft gedaagde verzocht om bepaalde aanpassingen te maken aan de website, zodat de website zou worden zoals de Stichting van het begin af aan voor ogen had. Daarnaast heeft de Stichting gedaagde verzocht om de resultaten van het vervolgonderzoek na 2016 te incorporeren in de website. De verzoeken zijn niet ingewilligd, hetgeen heeft geleid tot het onderhavige kort geding. De Stichting vordert onder meer dat gedaagde wordt bevolen toegang te geven aan de leden van het team om zelfstandig de website te beheren. In reconventie vordert gedaagde betaling van een factuur van € 30.000.

 

De vorderingen worden op de primaire grondslag (niet nakomen van mondelinge overeenkomst) en de subsidiaire grondslag (onrechtmatig handelen door gedaagde o.a. omdat de Stichting rechthebbende is op de website en databases afgewezen, omdat dit kwesties zijn waarover de meningen verschillen en waarnaar in kort geding geen onderzoek kan worden gedaan. De meer subsidiaire grondslag slaagt wel. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de samenwerking tussen partijen is uitgemond in een intellectuele schepping die is aan te merken als een gemeenschap als bedoeld in artikel 3:166 BW en verder. Alle teamleden hebben een aandeel gehad in het werk, ieder vanuit zijn eigen expertise. Gedaagde is binnen het gereedstaande project, waarin de keuze voor de te onderzoeken werken al was gemaakt, er al een onderzoeksplan lag en de wetenschappelijke context door zijn teamgenoten is geschapen, ingestapt en heeft daarin een eigen rol gekregen. De teamleden zijn dus gezamenlijk rechthebbenden op de gemeenschappelijke schepping, waardoor gedaagde met respectering van zijn legitieme belangen alsnog moet meewerken aan doorontwikkeling van zijn website tot de Publieke Website die partijen voor ogen heeft gestaan. Hiervoor moet hij binnen redelijke grenzen (financieel) worden gecompenseerd. In redelijkheid kan gedaagde zich niet verzetten tegen de aanvulling van de website met meer recente onderzoeksgegevens, gelet op het doel met het oog waarop de gemeenschap is ontstaan.

 

Gedaagde hoeft niet de inloggegevens te verstrekken, omdat de Stichting dan kennis zou kunnen nemen van de broncodes van de website en deze zou kunnen gebruiken. Hiermee zou inbreuk worden gemaakt op de auteursrechten van derden en van gedaagde. Wél moet gedaagde de Stichting in staat stellen de website op nader door partijen overeen te komen wijze te bewerken en aan te vullen met in achtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Het verbod op vernietiging van de website en databases wordt toegewezen. De domeinnaam boschproject.org moet aan de gemeenschap worden overgedragen. In reconventie wordt de Stichting veroordeeld om de factuur voor werkzaamheden van gedaagde te betalen. De proceskosten worden gecompenseerd.

 

IEPT20180912, Rb Amsterdam, Stichting Bosch

 

ECLI:NL:RBAMS:2018:6522