Woonzorgvoorziening vergoedingsplichtig aan Buma en Sena voor gebruik televisie en geluidsinstallatie in gezamenlijke huiskamers

15-10-2018 Print this page
IEPT20180919, Rb Midden-Nederland, Woonvoorziening v Buma en Sena

Gebruik televisie en geluidsinstallatie in gezamenlijke huiskamers woonzorgvoorzieningen voor ouderen geen mededeling aan het publiek in Europeesrechtelijke zin: met maximaal tien bewoners en een verzorgende is sprake van een kleine groep, opeenvolging bewoners en sporadische bezoekers maken aantal potentiële kijkers niet onbepaald. Woonvoorziening toch vergoedingsplichtig aan Buma en Sena: Nederlandse bescherming is ruimer en strekt zich – tenzij het gaat om een openbaarmaking in de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring – ook uit tot besloten kring, niet aannemelijk dat alle bewoners met elkaar zijn verbonden door een hechte band van persoonlijke aard.

 

AUTEURSRECHT

 

Eiseres exploiteert woonzorgvoorzieningen voor ouderen met geheugenverlies op 26 locaties in Nederland. Bewoners huren een privéstudio en kunnen gebruik maken van gemeenschappelijke woonkamers. In een vestiging wonen 20 ouderen. Er zijn twee gemeenschappelijke woonkamers beschikbaar, waar per ruimte maximaal 10 personen kunnen verblijven. In elk van beide gemeenschappelijke woonkamers staat een televisie en een muziekinstallatie die de bewoners zelf kunnen aanzetten of die op verzoek voor hen wordt aangezet. De woonzorgvoorziening vordert als verklaring voor recht dat zij de door Buma en Sena in rekening gebrachte vergoedingen niet verschuldigd is, nu het gaat om openbaarmaking in de privésfeer.

 

De kantonrechter wijst de vordering af. Het gebruik van de televisie en geluidsinstallatie in de gezamenlijke huiskamers vormt volgens de kantonrechter geen mededeling aan het publiek in de Europeesrechtelijke zin. Dit vereist namelijk dat de mededeling is gericht aan een onbepaald aantal potentiële kijkers, en bovendien een vrij groot aantal personen. Met maximaal tien bewoners en een verzorgende is echter sprake van een kleine groep, en de opeenvolging van de bewoners en sporadische bezoekers maken aantal potentiële kijkers niet onbepaald, zo concludeert de kantonrechter.

 

De vordering wordt echter afgewezen omdat de Nederlandse bescherming van auteurs- en nabuurrechthebbenden uit artikel 12 lid 4 Aw en artikel 2 lid 7 WNR ruimer is en zich – tenzij het gaat om een openbaarmaking in de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring - ook uitstrekt tot de besloten kring. Onder de ‘daaraan gelijk te stellen kring’ dient te worden verstaan een groep van personen tussen wie banden van persoonlijke aard bestaan, die nauwelijks minder hecht zijn dan familiebanden en banden van vriendschap. Dat alle bewoners die in een gemeenschappelijke huiskamer samenkomen met elkaar verbonden zijn door een hechte band van persoonlijke aard acht de kantonrechter niet aannemelijk.

 

IEPT20180919, Rb Midden-Nederland, Woonvoorziening v Buma en Sena

 

ECLI:NL:RBMNE:2018:4388