Ondanks gestaakte onderneming toch belang bij verwijdering Twitterberichten

02-12-2018 Print this page
IEPT20181008, Rb Limburg, Negatieve uitlatingen domeinnaam

Geen aanleiding om een verbod op straffe van een dwangsom op te leggen op het gebruik van de naam van een taoïstische behandelmethode als domeinnaam: gedaagde heeft aangetoond dat domeinnaam na dagvaarding is gewijzigd. Proceskosten (conventie) gecompenseerd: ten aanzien van het gebruik [naam 1] aanvankelijk terecht gedagvaard, maar voor overige vorderingen geen grond. Verbod jegens eiser de naam van de behandelmethode te gebruiken toegewezen (reconventie): naam in oude vorm van de behandelmethode nog steeds raadpleegbaar op internet. Voorzieningenrechter verbiedt in reconventie dat eiser zich negatief uitlaat over gedaagde en zijn onderneming: ondanks dat gedaagde is gestopt met zijn onderneming heeft hij nog steeds belang bij de verwijdering van de negatieve berichten. Geen dwangsommen gekoppeld aan de veroordelingen eiser: gedaagde voor uitbrengen dagvaarding nog niet voldaan aan regeling tussen partijen.

 

HANDELSNAAMRECHTPUBLICATIE - HANDHAVING

 

Partijen hebben een conflict over het gebruik van de naam van een taoïstische behandelmethode en hun beider handelsnamen. In een eerdere procedure bij de rechtbank Noord-Holland hebben partijen een regeling getroffen die er op neer komt dat zij hun handelsnamen zo aanpassen dat er geen verwarring meer ontstaat bij het publiek. De naam van de behandelmethode mag erin komen maar beide partijen moeten voor hun handelsnamen voor-en achtervoegsel toevoegen aan de naam van de behandelmethode. Verder hebben partijen afgesproken dat zij voor 1 januari 2017 hun domeinnamen op een zelfde manier hebben aangepast.

In conventie vordert eiser gedaagde te verbieden de naam van de behandelmethode zonder aanpassingen als domeinnaam te gebruiken. In reconventie vordert gedaagde eiser te verbieden de naam van de behandelmethode te gebruiken en eiser te verbieden zich – op welke wijze dan ook- negatief uit te laten over gedaagde en diens onderneming.

 

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Uit producties blijkt dat gedaagde na de dagvaarding de domeinnaam heeft gewijzigd. Voor de voorzieningenrechter is het aannemelijk dat gedaagde voor het uitbrengen van de dagvaarding nog niet volledig had voldaan aan de regeling van partijen, maar thans wel. Er is dus geen aanleiding om nu nog een verbod op straffe van een dwangsom op te leggen. De proceskosten zullen gecompenseerd worden ondanks dat eiser gedaagde terecht gedagvaard heeft ten aanzien van het gebruik van de naam van de behandelmethode.

 

Eiser heeft ter zitting aangegeven tot nu toe geen enkele poging heeft gedaan om Twitter-berichten, waarin hij gedaagde een oplichter noemt, te verwijderen. Ondanks dat deze zijn geplaatst voorafgaand aan de regeling, hebben deze berichten nog als actueel te gelden nu deze nog raadpleegbaar zijn. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de berichten strijdig met hetgeen in de overeenkomst is vastgelegd. Gedaagde heeft er nog steeds belang bij dat de berichten worden verwijderd. Aan de jegens eiser uit te spreken veroordelingen worden geen dwangsommen gekoppeld, omdat gedaagde zelf voor het uitbrengen van de dagvaarding nog niet integraal aan de regeling tussen partijen had voldaan.

 

IEPT20181008, Rb Limburg, Negatieve uitlatingen domeinnaam

 

ECLI:NL:RBLIM:2018:9519