Houder internetaansluiting kan zich niet onttrekken aan aansprakelijkheid voor auteursrechtinbreuk met enkele stelling dat ander gezinslid hiertoe ook toegang had

18-10-2018 Print this page
IEPT20181018, HvJEU, Bastei Lubbe

Unierecht verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling krachtens welke de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld onder de blote stelling dat een ander gezinslid ook toegang had tot deze aansluiting: een dergelijke regeling zou de vaststelling van de vermeende inbreuk en de identificatie van de inbreukmaker onmogelijk maken en bijgevolg niet voldoen aan het vereiste dat een juist evenwicht wordt verzekerd tussen de verschillende grondrechten in kwestie.

 

AUTEURSRECHT - HANDHAVING

 

Curia persbericht: “De Duitse uitgeverij Bastei Lübbe vordert bij het Landgericht München I (rechter in tweede aanleg München I) een schadevergoeding van Michael Strotzer, omdat een audioboek waarop zij auteursrechten en naburige rechten heeft, via de internetaansluiting van Strotzer met een onbeperkt aantal gebruikers van een internetsite voor filesharing (peer-to-peer) is gedeeld om te worden gedownload.

 

Strotzer betwist dat hij zelf inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht. Bovendien voert hij aan dat zijn ouders, die in hetzelfde huis wonen, ook toegang hadden tot die aansluiting, zonder dat hij evenwel nadere details verstrekt over het tijdstip waarop deze aansluiting is gebruikt door zijn ouders en over de aard van dat gebruik. Volgens het Landgericht München I blijkt uit de rechtspraak van het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in burgerlijke en strafzaken, Duitsland) dat, gelet op het grondrecht op bescherming van het gezinsleven, een dergelijk verweer naar Duits recht volstaat om de aansprakelijkheid van de houder van de internetaansluiting uit te sluiten.

 

In zijn arrest van vandaag antwoordt het Hof dat het Unierecht zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling (als in het hoofdgeding, zoals uitgelegd door de bevoegde nationale rechterlijke instantie), krachtens welke de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld wanneer hij een gezinslid aanwijst dat toegang had tot deze aansluiting, zonder dat hij nadere details verstrekt over het tijdstip waarop deze aansluiting is gebruikt door dat gezinslid en over de aard van het gebruik ervan door dat gezinslid.

 

Volgens het Hof dient een juist evenwicht te worden gevonden tussen verschillende grondrechten, te weten het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het intellectuele-eigendomsrecht, enerzijds, en het recht op eerbiediging van privé- en gezinsleven, anderzijds. Een dergelijk evenwicht wordt niet verzekerd wanneer een bijna absolute bescherming wordt verleend aan de gezinsleden van de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing. […]”

 

Lees het volledige persbericht hier.

 

IEPT20181018, HvJEU, Bastei Lubbe

 

C149/17 - ECLI:EU:C:2018:841

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinars:

IE-update 4e kwartaal 2018

IE-Handhaving 2018-2019