Geen verwarringsgevaar tussen rasbenaming Spryng Break en merk SPRINGBREAK

06-11-2018 Print this page
IEPT20181023, CBB, Florali v Raad voor Plantenrassen

Geen verwarringsgevaar (artikel 27(5) ZPW) tussen rasbenaming Spryng Break voor tulpen en oudere merk SPRINGBREAK: nog oudere registratie tulpenras Spryng Break (uit 2007) in KAVB-register heeft ervoor gezorgd dat Spryng Break soortaanduiding is geworden voor desbetreffende ras in gewas tulp. KAVB-register heeft zodanige status dat vermelding van een rasnaam daarin gewoonlijk tot gevolg zal hebben dat die naam vanaf dat moment gebruikelijk zal zijn voor de aanduiding van het ras. Betoog dat verwarringsgevaar tussen plantenras en merk moet worden beoordeeld volgens merkenrecht verworpen.

 

KWEKERSRECHT

 

Appellante is houdster van het Uniemerk SPRINGBREAK dat op 8 januari 2009 is geregistreerd. Maveridge Licensing heeft het ras “Spryng Break” aangevraagd, dat in 2015 is verleend. Nadat verweerder vervolgens was gebleken dat hij voorafgaand aan het primaire besluit ten onrechte niet op de bedenkingen van appellante (dat sprake was van verwarringsgevaar met het merk) tegen de voorgestelde rasbenaming had beslist, was hij aanvankelijk van mening, dat die bedenkingen terecht waren. Maveridge heeft echter gesteld dat de rasbenaming al op 29 november 2007 in het register van de KAVB was geregistreerd en dus ouder is dan het woordmerk van appellante en dat geen sprake is van inbreuk, omdat de rasbenaming als gevolg van voormelde registratie een soortnaam voor het desbetreffende tulpenras is geworden. De adviescommissie van de Raad voor plantenrassen kwam tot dezelfde conclusie. Het bezwaar tegen het besluit is daarom afgewezen. Het CBB verklaart het beroep ongegrond.

 

Het CBB is van oordeel dat geen sprake is van verwarringsgevaar (op grond van artikel 27(5) ZPW) tussen de rasbenaming en het merk SPRING BREAK vanwege de oudere registratie uit het KAVB-register dat ervoor heeft gezorgd dat Spryng Break een soortaanduiding is geworden voor het desbetreffende gewas tulp. Ook wordt geoordeeld dat het KAVB-register een zodanige status heeft dat vermelding van een rasnaam daarin  gewoonlijk tot gevolg zal hebben dat die naam vanaf dat moment gebruikelijk zal zijn voor de aanduiding van het ras.  Hiermee verwerpt het CBB het bezwaar van appellante dat het KAVB-register niet door een bestuursorgaan wordt gehouden en niet door de wet wordt voorgeschreven en daarom er niet voor kan zorgen dat een ras een soortaanduiding wordt. Het betoog onder verwijzing naar het Puma/Sabel-arrest (IEPT19971111) dat verwarringsgevaar in een geval als onderhavige volgens het merkenrecht moet worden beoordeeld wordt verworpen.

 

IEPT20181023, CBB, Florali v Raad voor Plantenrassen

 

ECLI:NL:CBB:2018:562