Vorderingen in incident afgewezen in hoofdzaak over gestelde inbreuk op Hennessy merken

31-10-2018 Print this page
IEPT20181024, Rb Den Haag, VCE v Hennessy

Vordering in incident tot wijziging van petita afgewezen: inrichting en verwoording van petita ter vrije keuze staat aan de eisende partij in een hoofdzaak. Vordering tot oproeping van mede-gedaagden in vrijwaring afgewezen: niets onderbouwd dat rechtsverhouding bestaat die meebrengt dat VCE nadelige gevolgen van ongunstige afloop hoofdzaak op hen kan verhalen. Verzoek om pleidooi in incident afgewezen wegens strijd met goede procesorde: toewijzing zou - mede in het licht van naar het aanzien georkestreerde reeks eerdere incidenten - leiden tot onredelijke vertraging van de procedure.

 

PROCESRECHT

 

Vorderingen in incident afgewezen. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken.

 

De vordering tot wijziging van de petita wordt reed afgewezen nu de inrichting en verwoording van petita ter vrije keuze staat aan de eisende partij in een hoofdzaak. De door VCE gevorderde wijzingen van de petita komen voorts inhoudelijk neer op een verweer in de hoofdzaak strekkende tot afwijzing van (een deel van) de vorderingen ten aanzien van VCE.

 

De vordering tot oproeping van mede-gedaagden in vrijwaring wordt afgewezen nu niet is onderbouwd dat een rechtsverhouding bestaat die meebrengt dat VCE nadelige gevolgen van ongunstige afloop hoofdzaak op hen kan verhalen.

 

Het verzoek om pleidooi in incident wordt afgewezen wegens strijd met goede procesorde.  Toewijzing zou volgens de rechtbank mede in het licht van de “reeks van incidenten, welke naar het zich laat aanzien door gedaagden in de hoofdzaak tezamen is georkestreerd” leiden tot onredelijke vertraging van de procedure.

 

IEPT20181024, Rb Den Haag, VCE v Hennessy

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:12721